Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/067514-24 onder 1 (bezit vuurwapen en bijbehorende munitie) en 2 primair (eenvoudig witwassen scooter), van het onder parketnummer 10/339649-23 (wederrechtelijk verblijven op een haventerrein) ten laste gelegde en van het onder parketnummer 10/253565-23 (heling scooter) ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 211 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar met de bijzondere voorwaarden zoals die in het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis aan de verdachte zijn opgelegd;
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna te noemen: JBRR) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II, onderdeel 2º,
eenvoudig witwassen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
deskundigegehoord [naam 2], jeugdbeschermer bij JBRR. De voorlopige hechtenis van de verdachte is pas een maand geschorst. Sindsdien houdt de verdachte zich aan alle voorwaarden die gelden, maar dient hij de enkelband beter op te laden. De verdachte is gestart met een jongerencoach, waarmee hij kijkt naar het op een adequate manier maken van keuzes. Omdat er bij de verdachte geen sprake is van stoornissen, kan worden gesteld dat hij degene is die recidive kan voorkomen. De verdachte is actief en stelt vragen. Ook de ouders van de verdachte zijn zeer betrokken.
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 211 (tweehonderdelf) dagen;
groot 117 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;