ECLI:NL:RBROT:2024:13179

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
31 december 2024
Zaaknummer
10/211934-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van 2 jaar

Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 2000. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling, die eerder was gelast op 21 december 2022, verlengd met twee jaar. De ter beschikking gestelde is momenteel verblijvend in een TBS-instelling en heeft te maken met verschillende psychische aandoeningen, waaronder een autismespectrumstoornis en een schizofreniespectrumstoornis. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling behandeld op een openbare zitting, waar de officier van justitie, de ter beschikking gestelde, zijn raadsman en een deskundige aanwezig waren.

De instelling heeft in een rapport geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de gebrekkige ontwikkeling van de ter beschikking gestelde en het risico op gewelddadig gedrag bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De ter beschikking gestelde heeft enige positieve ontwikkelingen doorgemaakt, zoals het volgen van therapieën en het nemen van medicatie, maar er is nog veel werk aan de winkel voordat hij kan worden uitgestroomd naar een begeleide woonvorm.

De rechtbank heeft besloten om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, met de hoop dat de ter beschikking gestelde in die tijd verder kan ontwikkelen en dat het recidiverisico kan worden verlaagd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/211934-22
Datum uitspraak: 23 december 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde] ,de ter beschikking gestelde,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
thans verblijvende in [naam TBS-instelling]
te [plaats] (de instelling),
raadsman mr. B.J. Manspeaker, advocaat te Dordrecht.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 21 december 2022 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van de categorie III, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 22 januari 2023.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 5 december 2023 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 23 december 2024 behandeld. De officier van justitie mr. J.B. Wooldrik, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsman, en de deskundige [persoon A] , als regiebehandelaar/verpleegkundig ggz-specialist werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 27 november 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een autismespectrumstoornis (ASS), een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis en een stoornis in middelengebruik, te weten cannabis, een ander of ongespecificeerd stimulantium en cocaïne. Sinds september 2023 verblijft hij op de behandelafdeling [naam afdeling] van de instelling. Hij is met anti-psychotische medicatie behandeld om het floride psychotische toestandsbeeld terug te dringen. Nadat hij medicatieontrouw bleef, is gestart met dwangmedicatie. Sinds juli neemt hij een cisordinol depot op vrijwillige basis, en is het dwangkader opgeheven. Vanaf zijn opname heeft hij meerdere trainingen en therapieën gevolgd, onder meer gericht op verslavingsproblematiek en het ontwikkelen en verstevigen van coping vaardigheden, tot op heden met minimaal resultaat. Er is geen sprake van intrinsieke motivatie voor langdurige abstinentie van middelen en hij wil zijn middelengebruik na afloop van de tbs-maatregel voortzetten. Er zijn stevige vermoedens van middelengebruik sinds een grootschalige afdeling controle. Ook ontkent hij het indexdelict, naar eigen zeggen is hij onterecht veroordeeld. Gelet hierop en vanwege zijn behandelgeschiedenis heeft de ter beschikking gestelde een verplichtend kader nodig om zich aan afspraken te kunnen conformeren. Bij (voorwaardelijke) beëindiging wordt het risico op gewelddadig gedrag door een terugval in middelengebruik, psychotische decompensatie en maatschappelijke teloorgang ingeschat als hoog. Ondanks de huidige gestructureerde en beveiligde setting heeft zich een fors incident voorgedaan in de vorm van verbale dreiging en agressie naar hulpverleners en fysieke agressie naar materialen. De behandeling bevindt zich nog in de beginfase. Nu het medicatiebeleid optimaal is zal de behandelresponsiviteit in kaart worden gebracht door het toewerken naar begeleid verlof en zullen coping vaardigheden en vaardigheden in de sociale context worden aangeleerd dan wel verstevigd. Bij positief verloop wordt transmuraal verlof aangevraagd, al dan niet in combinatie met onbegeleid verlof. Er wordt gestreefd naar uitstroom binnen een begeleide/beschermde woonvorm met toezicht en ondersteuning, gericht op voorspelbaarheid en structuur, op het gebied van medicatiegebruik en abstinentie van middelen. Indien dit niet haalbaar blijkt vanwege onvoldoende risicoafname en noodzaak voor een verplicht kader, wordt getracht de behandeling elders voort te zetten met een zorgmachtiging.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [persoon A] heeft haar advies op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat ernaar gestreefd wordt om in januari 2025 begeleid verlof aan te vragen. Gelet op de recente positieve ontwikkelingen heeft zij er vertrouwen in dat die aanvraag zal worden gedaan. De ter beschikking gestelde geeft sinds kort meer openheid met betrekking tot zijn belevingswereld en hij reageert positief op het behandelaanbod. Hij volgt inmiddels arbeid en werkt mee aan bewindvoering en mentorschap. Hij heeft een mildere kijk op dergelijke interventies. In het laatste gesprek gaf hij ook aan dat hij iets te doen wil hebben. Verder neemt hij nu gedeeltelijk de verantwoordelijkheid voor het indexdelict met betrekking tot zijn vader. De reclassering is inmiddels betrokken, al is dat niet nog niet inhoudelijk. Ook is er contact het met veiligheidshuis. Gelet op de gemaximeerde tbs is de hoop dat het recidiverisico de komende twee jaar tot een aanvaardbaar niveau kan worden teruggedrongen, maar het is de vraag of dat haalbaar is.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

5.Beoordeling

Op grond van het advies van de instelling en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De ter beschikking gestelde is inmiddels goed ingesteld op medicatie, neemt dit vrijwillig en er is sprake van kleine positieve ontwikkelingen door het volgen en afronden van diverse therapieën en trainingen. Hij stelt zich meer open en staat minder onwelwillend tegenover interventies. Door de prille positieve ontwikkelingen bestaat de verwachting dat in januari 2025 begeleide verloven kunnen worden aangevraagd. Dit zou een positieve eerste stap zijn richting uitstroom naar een begeleide/ beschermde woonvorm met de benodigde toezicht en ondersteuning, indien dit haalbaar blijkt te zijn. Voor de stappen die nog gezet moeten worden is meer dan een jaar nodig, waardoor de maatregel met twee jaar zal worden verlengd.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. M.J.M. van Beckhoven, voorzitter,
en mrs. L. Stevens en C.J.L. van Dam, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De voorzitter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.