ECLI:NL:RBROT:2024:13249

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
C/10/686051 / FA RK 24-6887
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 3 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1980, op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van 28 augustus 2024, waarin een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel was verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk een maniform psychotisch toestandsbeeld, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen. Ondanks de betwisting van de diagnose door betrokkene, heeft de rechtbank geoordeeld dat de medische verklaring van de onafhankelijk psychiater voldoende bewijs levert voor de noodzaak van verplichte zorg. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, en heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 3 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/686051 / FA RK 24-6887
Referentienummer: [referentienummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 3 oktober 2024 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1980, [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
op dit moment verblijvende in [naam instelling] te [verblijfplaats] ,
advocaat mr. J. Broijl te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 18 september 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 16 september 2024;
  • de ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 11 september 2024;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • de relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene en zijn hierboven genoemde advocaat;
  • [naam 2] , arts, verbonden aan [naam instelling] .

2.Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 28 augustus 2024, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 18 september 2024, is het verzoek om een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel ingediend.
2.2.
Namens betrokkene wordt betwist dat er sprake is van een psychische stoornis. Dat is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om te twijfelen aan de juistheid van de diagnose zoals gesteld door de onafhankelijk psychiater. Uit de medische verklaring van de onafhankelijk psychiater (hierna: de medische verklaring) blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een maniform psychotisch toestandsbeeld, differentiaal diagnostisch middelen geïnduceerd bij een onderliggende bipolaire stoornis.
2.3.
Namens betrokkene wordt ten aanzien van het beschreven ernstig nadeel aangegeven dat dit voor betrokkene vervelend is om te lezen en dat hij nu rustig is. In die zin betwist hij dat er sprake is van ernstig nadeel. De rechtbank gaat hier niet in mee. Uit de overgelegde stukken, waaronder de politiemutaties, blijkt dat het gedrag van betrokkene als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Uit de medische verklaring volgt dat betrokkene achterdochtig reageert, wat zou voortkomen uit zijn paranoïde wanen. Hij is verbaal agressief en bonkt ’s nachts op de muren van de afdeling. Zonder medicatie eet en drinkt betrokkene nauwelijks. Hij slaapt dan ook slecht. Uit politiemutaties is gebleken dat buren herhaaldelijk melding hebben gemaakt van overlast.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Namens betrokkene wordt om afwijzing van het verzoek verzocht, omdat er geen sprake is van verzet. Betrokkene wil meewerken aan de behandeling, omdat hij begrijpt dat dit moet. Zijn motivatie zou voortkomen uit het feit dat hij snapt dat zijn situatie pas zal veranderen als hij meewerkt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de behandelaar verklaard dat er recent nog momenten zijn geweest waarop betrokkene zijn medicatie niet wilde innemen. Omdat betrokkene niet gelooft dat hij last heeft van psychische stoornis, heeft de rechtbank onvoldoende vertrouwen in de bestendige bereidheid van betrokkene om op vrijwillige basis mee te werken aan de nodige behandeling. De rechtbank oordeelt dan ook dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Namens betrokkene is aangegeven dat er geen verplichting nodig is voor het toedienen van medicatie en het meewerken aan de ambulante begeleiding, omdat betrokkene bereid is hieraan mee te werken. De rechtbank gaat hier niet in mee, gelet op wat hiervoor in rechtsoverweging 2.5. is opgenomen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.7.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het insluiten en het uitoefenen van toezicht op betrokkene worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.8.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 april 2025;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 3 oktober 2024 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van M. van Wees, griffier en op 17 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.