Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker] (ontvangen op 24 mei 2024), met bijlagen;
- het verweerschrift van Innocom, met bijlagen;
- het e-mailbericht van 29 oktober 2024 van [verzoeker] , met producties 10 en 11;
- de brief van 31 oktober 2024 van [verzoeker] , met productie 12;
- de brief van 4 november 2024 van Innocom, met producties 8-13;
- de spreekaantekeningen van [verzoeker] , waarvan alleen de behandelde onderdelen winstuitkering en onverschuldigde betaling.
- [verzoeker] in persoon en de gemachtigde;
- namens Innocom de heer [persoon A] en mevrouw [persoon B] en de gemachtigde.
2.De feiten
“U heeft op 21 maart 2023 een WIA-uitkering aangevraagd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Het had op de weg van Innocom gelegen om de loondoorbetalingen na ontvangst van de beschikking van 24 augustus 2023 tijdig te staken en [verzoeker] hierover adequaat te informeren. Dit heeft Innocom niet gedaan;
- Nu Innocom tot februari 2024 geen ontslagaanvraag voor [verzoeker] heeft ingediend en zijn contacten met de bedrijfsarts doorliepen, was het voor [verzoeker] niet evident dat hij geen loon meer behoorde te ontvangen;
- Indien [verzoeker] het loon volledig zou moeten terugbetalen, zou dat betekenen dat hij in die periode van ruim driekwart jaar geen inkomen heeft gehad, terwijl hij niet in de gelegenheid is geweest dit inkomensverlies op te vangen door middel van het aanvragen van een WW-uitkering;
- De gevolgen van het volledig moeten terugbetalen van loon zouden geheel bij [verzoeker] worden neergelegd, terwijl beide partijen zijn geconfronteerd met ‘tegenstrijdige’ uitspraken en uitkomsten van het UWV. Enerzijds oordeelt het UWV immers dat [verzoeker] per 3 mei 2023 zijn eigen werk kon doen en anderzijds geeft het UWV een ontslagvergunning vanwege arbeidsongeschiktheid van [verzoeker] .
- 25% van € 29.750,26 bruto € 7.437,56 bruto
- 25% van € 172,80 netto € 43,20 netto