Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mr. D.A. IJpelaar, werkzaam bij JAW Advocaten, advocaat van verzoeker (hierna: advocaat).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 14 juni 2024 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening. Dit verzoek was gericht op het voorkomen van de ontruiming van zijn huurwoning, die was bevolen in een eerder vonnis van 28 maart 2024. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 17 juli 2024 bepaald. Tijdens deze zitting heeft de advocaat van verzoeker, mr. D.A. IJpelaar, verklaard dat verzoeker voldoende inkomsten heeft om de huur te betalen. Verweerster, Stichting Woonstad Rotterdam, heeft laten weten dat zij instemt met de toewijzing van het verzoek, mits de huurtermijnen tijdig worden voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie voor verzoeker, aangezien er een ontruimingsvonnis was en verweerster had aangekondigd tot ontruiming over te gaan. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en verweerster afgewogen en geconcludeerd dat het belang van verzoeker om in de huurwoning te blijven zwaarder weegt. De voorlopige voorziening is toegewezen voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.