Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Waar gaat de zaak over?
2.De procedure
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap IJZERSTERK BOUW B.V. wegens het niet nakomen van een aannemingsovereenkomst. De overeenkomst betrof de realisatie van een uitbouw aan de woning van eisers, gelegen aan [adres]. De gedaagde had aanvankelijk beloofd het werk eind juli 2024 op te leveren, maar deze deadline werd niet gehaald. Ook de latere deadline van 23 augustus 2024 werd niet nagekomen, en sinds 13 oktober 2024 lag de verbouwing stil. Eisers hebben gedaagde in gebreke gesteld, maar er werd geen actie ondernomen om het werk te hervatten. Daarom hebben eisers de voorzieningenrechter verzocht gedaagde te veroordelen tot nakoming van de overeenkomst, onder dreiging van een dwangsom.
De mondelinge behandeling vond plaats op 6 december 2024, waarbij eisers met hun advocaat aanwezig waren en de bestuurder van gedaagde in persoon verscheen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, aangezien eisers zich in een onveilige situatie bevinden door de vertraging in de werkzaamheden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagde binnen twee weken na betekening van het vonnis de aannemingsovereenkomst moet nakomen en heeft een dwangsom van € 1.000,00 per dag opgelegd, met een maximum van € 50.000,00. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 1.352,42. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers toegewezen, omdat gedaagde eerder toezeggingen heeft gedaan die niet zijn nagekomen. De uitspraak benadrukt het belang van nakoming van contractuele verplichtingen en de gevolgen van wanprestatie in de bouwsector.