ECLI:NL:RBROT:2024:13473

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
10/199611-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verwerven en bezit van kinderporno met taakstraf en bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno. De verdachte, geboren in 2001, werd beschuldigd van het meermalen verwerven en in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 11 juli 2021 tot en met 5 augustus 2022, meermalen digitale filmbestanden en afbeeldingen heeft verworven en in bezit heeft gehad, waarbij de seksuele gedragingen onmiskenbaar seksuele strekking hadden. De verdachte heeft het ten laste gelegde bekend en er is geen verweer gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn beperkte sociale vaardigheden en de diagnose ADHD. De rechtbank heeft het jeugdstrafrecht toegepast, gezien de ontwikkelingsleefijd van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/199611-22
Datum uitspraak: 31 oktober 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2001,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. N. Roos, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 oktober 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.M. Blanken heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot 1 dag jeugddetentie en een taakstraf voor de duur van 80 uur waarvan 40 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd in het over de verdachte opgemaakte rapport van 26 augustus 2024 en een contactverbod met [slachtoffer 1] .

4.Bewijs en bewezenverklaring

Bewezenverklaring zonder nadere motivering
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
in de pleegperiode van 11 juli 2021 tot en met 5 augustus 2022 te
Rotterdam,
meermalen, telkens
afbeeldingen, te weten 19 digitale filmbestanden en
9 digitale fotobestanden op gegevensdragers, bevattende
afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, te weten:
- [slachtoffer 1] (geboortedatum [geboortedatum 2] 2009), en- [slachtoffer 2] (geboortedatum [geboortedatum 3] 2007), en- tot op heden onbekend gebleven personen, zijn betrokken,
heeft
verworven, in bezit gehad,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit:
het met de/een vinger/hand vaginaal penetreren van het lichaam van die
[slachtoffer 2] en
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het
geslachtsdeel en/of borsten van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of tot op heden onbekend gebleven personen die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, waarbij deze persoon
poseert in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij haar leeftijd past
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's /film(s)
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon
in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
Bij de verdachte is een hoeveelheid kinderporno aangetroffen op verschillende gegevensdragers. Uit gesprekken, gevoerd via Snapchat, blijkt dat de verdachte aan twee minderjarige meisjes heeft gevraagd om naaktfoto’s en/of -video’s naar hem toe te sturen. Deze foto’s en video’s heeft hij vervolgens vastgelegd en opgeslagen. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij zich heeft laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens en geen oog heeft gehad voor de kwetsbare positie van de minderjarige meisjes. Zij bevonden zich in een kwetsbare fase van hun (seksuele) ontwikkeling. Het is algemeen bekend dat dit soort feiten de geestelijke en seksuele ontwikkeling van een minderjarige ernstig kunnen schaden. Daarbij komt dat de meisjes na het sturen van de foto’s of video’s geen controle meer hebben over wat er met die foto of video gebeurt en dat een dergelijke foto of video, wanneer deze op een openbare internetbron terechtkomt, hen heel lang kan blijven achtervolgen. Hier moeten minderjarigen tegen worden beschermd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 augustus 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3.2.
Rapportage en verslag
Reclassering Nederland, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 26 augustus 2024. Dit rapport houdt – verkort weergegeven – het volgende in.
De verdachte kampt met verschillende persoonlijke problematiek. Sinds zijn achtste levensjaar woont de verdachte in een gesloten woonvorm van ASVZ. Door ASVZ is vastgesteld dat de verdachte sociaal-emotioneel gezien functioneert op het niveau van een twee tot vier jaar oud kind. De verdachte wordt intensief begeleid en behandeld en wordt niet geacht in staat te zijn zonder deze begeleiding en behandeling te functioneren. De verdachte heeft een beperkt sociaal netwerk. De verdachte is aangewezen op financiële bewindvoering en dagbesteding op een sociale werkplaats.
Het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld. ASVZ heeft strenge regels opgesteld ten aanzien van telefoon- en internetgebruik. Zonder die maatregelen wordt verwacht dat de verdachte zal terugvallen in seksueel grensoverschrijdend gedrag.
De reclassering adviseert het jeugdstrafrecht toe te passen omdat de verdachte aanzienlijk beneden zijn kalenderleeftijd functioneert.
Daar de kans op een herhaling van seksueel grensoverschrijdend gedrag aanwezig wordt geacht adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf, gekoppeld aan een proeftijd en bijzondere voorwaarden te weten: begeleiding door jeugdreclassering, ambulante behandeling, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno.
Ter terechtzitting heeft de raadsvrouw een pedagogisch verslag van 1 november 2022 overgelegd. Daarin staat dat bij de verdachte de diagnose ADHD gecombineerde type, ODD en hechtingsproblematiek is vastgesteld. Eind 2018 is het cognitief functioneren van de verdachte onderzocht. Hieruit komt naar voren dat hij een disharmonisch intelligentieprofiel heeft. Op bepaalde gebieden functioneert hij op normaal begaafd niveau, maar rekening moet worden gehouden met een relatief trage verwerkingssnelheid en een minder functionerend werkgeheugen. Medio 2017 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar het emotioneel functioneren van de verdachte. Daaruit blijkt dat hij op emotioneel gebied behoeftes heeft die grotendeels passend zijn bij een minderjarige met een leeftijd tussen de 18 maanden en 7 jaar. Dat maakt dat de verdachte impulsief is en de gevolgen van zijn gedrag en acties niet overziet.
De rechtbank heeft acht geslagen op voornoemd rapport en verslag.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, komt de rechtbank tot de volgende conclusies.
Jeugdstrafrecht
De rechtbank neemt het advies van de reclassering over en zal het jeugdstrafrecht toepassen.
Toerekeningsvatbaarheid
Gelet op het rapport van de reclassering en het pedagogisch verslag stelt de rechtbank vast dat bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Dit was ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Verondersteld mag worden dat dit invloed heeft gehad op de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde feit. De rechtbank zal de verdachte het ten laste gelegde daarom in verminderde mate toerekenen.
Redelijke termijn
Op grond van artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (HGEU) en artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dient de verdachte binnen een redelijke termijn te worden berecht. De redelijke termijn is in dit geval gestart op 5 augustus 2022, de dag van de huiszoeking. Tot aan dit vonnis is een periode van bijna 27 maanden verstreken. Omdat er sprake is van toepassing van het jeugdstrafrecht is de redelijke termijn in deze zaak zestien maanden. Dat betekent dat de redelijke termijn is geschonden. De rechtbank zal hiermee rekening houden bij de strafoplegging.
Strafsoort
De officier van justitie heeft één dag jeugddetentie geëist gelet op het taakstrafverbod volgend uit artikel 77ma van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De rechtbank ziet echter reden om hiervan af te wijken en enkel een taakstraf op te leggen, zoals door de raadsvrouw is bepleit. Zij heeft een beroep gedaan op het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 juni 2022 (ECLI:NL:GHSHE: 2022:2036). Het gerechtshof heeft overwogen dat het jeugdstrafrecht zich kenmerkt door het pedagogische karakter ervan. Het jeugdstrafrecht is steeds maatwerk, afhankelijk van de individuele situatie van een verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Onverkorte toepassing van artikel 77ma Sr kan daarmee in strijd zijn. Zulks vloeit ook voor uit de artikelen 37 en 40 van het Internationale Verdrag inzake de Rechtbank van het Kind. De rechtbank volgt de redenering van het gerechtshof en ziet af van het opleggen van jeugddetentie.
De rechtbank legt een taakstraf in de vorm van een werkstraf op van zestig uur, waarvan dertig uur voorwaardelijk, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Door de bijzondere voorwaarden die aan het voorwaardelijke gedeelte van de straf zijn verbonden, zal inzicht worden verkregen in de bij de verdachte aanwezige (seksuele) problematiek en zal de verdachte hiervoor worden behandeld. De behandeling zal bij voorkeur, zoals ter terechtzitting is verzocht door de huidige begeleiders van de verdachte, plaatsvinden bij ASVZ of in elk geval in afstemming met ASVZ. Door de behandelend orthopedagoog is aangegeven dat de door de Reclassering voorgestelde behandeling bij De Waag niet geschikt is voor de verdachte in verband met zijn beperkingen. De rechtbank acht het van groot belang dat ASVZ betrokken wordt bij het bepalen welke behandeling het meest geschikt is voor de verdachte zodat de kans op herhaling van dergelijke strafbare feiten zo klein mogelijk is. Het vermijden van contact met minderjarigen en kinderporno acht de rechtbank noodzakelijk om te voorkomen dat de verdachte opnieuw een zelfde soort strafbaar feit pleegt. Ook wordt een contactverbod opgelegd.

8.Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer 1] ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 26,93 aan materiële schade en een vergoeding van € 2.500,- aan immateriële schade. Daarnaast wordt, in verband met een eventueel hoger beroep, een verhoging van de vordering gevraagd van € 100.000,-.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering, met uitzondering van het deel dat ziet op een eventueel hoger beroep, voldoende onderbouwd. Zij verzoekt om toewijzing van het gevorderde bedrag aan materiële schade. Ten aanzien van de immateriële schade verzoekt zij het schadebedrag te verlagen naar € 1.000,-.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat een bedrag van € 500,- aan immateriële schade zou volstaan. Voor wat betreft de materiële schade refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte het feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden. Gelet op alle omstandigheden van het geval en bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, acht de rechtbank een vergoeding van een bedrag van € 1.000,- aan immateriële schade billijk. De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het overige deel van de vordering.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 28 april 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.026,93, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 77c, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 240b (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, waarbij jeugdreclassering dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
30 (dertig) dagen;
bepaalt dat deze werkstraf een gedeelte, groot 30 (dertig) uur niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
De veroordeelde werkt mee aan toezicht door de jeugdreclassering en meldt zich op afspraken met de jeugdreclassering zo vaak als de jeugdreclassering dat nodig vindt;
De veroordeelde laat zich behandelen voor zijn gedrag door ASVZ of een soortgelijke hulpverlener, in ieder geval in afstemming met ASVZ, te bepalen door de jeugdreclassering. Deze behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering verantwoord vindt en de veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
De veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Digitaal, noch in persoon, noch anderszins. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk en als dergelijke contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat hier andere volwassenen bij aanwezig zijn;
De veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met of over minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de jeugdreclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde. De jeugdreclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
5. De veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , gedurende de proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering verantwoord vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
draagt aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, afdeling jeugdreclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van
€ 1.026,29 (zegge: duizend zesentwintig euro en negenentwintig cent), bestaande uit € 26,29 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 1.026,29(hoofdsom,
zegge: duizend zesentwintig euro en negenentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 april 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Boer, voorzitter,
en mrs. H. Wielhouwer en J.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H. Tchang, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij
in of omstreeks de pleegperiode van 11 juli 2021 tot en met 5 augustus 2022 te
Rotterdam, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens
een of meer afbeeldingen, te weten (ongeveer 19) (digitale) filmbestanden en/of
(ongeveer 9) (digitale) fotobestanden op een of meer gegevensdragers, bevattende
een of meer afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, te weten:
- [slachtoffer 1] (geboortedatum [geboortedatum 2] 2009), en/of
- [slachtoffer 2] (geboortedatum [geboortedatum 3] 2007), en/of
- een of meer tot op heden onbekend gebleven personen, is/zijn betrokken of
schijnbaar is/zijn betrokken,
heeft
verworven,
in bezit gehad, en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit:
het met de/een vinger/hand vaginaal penetreren van het lichaam van die
[slachtoffer 2] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt
(zie toonmap [naam map 1] : foto 2, foto 5, foto 6),
en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het
geslachtsdeel en/of borsten van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , althans een onbekend
gebleven personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(zie toonmap [naam map 1] foto 1 en foto 7 en/of toonmap [naam map 2] foto 4 t/m 7),
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of (een) tot op heden onbekend gebleven personen/personen die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, waarbij deze persoon
poseert in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's /film(s)
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon
in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(zie toonmap [naam map 1] : foto 3 en foto 4 en/of toonmap [naam map 2] foto 1 t/m 3 en/of
toonmap 3 foto’s 1 en 2),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.