ECLI:NL:RBROT:2024:13530

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
FT RK 24-533
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling met eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vanwege een problematische schuldensituatie. De rechtbank heeft op 7 oktober 2024 uitspraak gedaan en het verzoek toegewezen. De heer [verzoeker] verzocht tevens om de ingangsdatum van de WSNP achttien maanden eerder te laten ingaan, wat ook is toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet, waaronder de verplichting om geen nieuwe schulden te maken en de afdrachtverplichting. De rechtbank benoemt een bewindvoerder en een rechter-commissaris om toezicht te houden op de naleving van de verplichtingen. De WSNP duurt in principe achttien maanden, maar de rechtbank heeft de termijn verlengd met zes maanden om de bewindvoerder de kans te geven controle uit te oefenen. De ingangsdatum van de WSNP is vastgesteld op 7 april 2023, met een einddatum op 7 april 2025. De rechtbank heeft ook bepaald dat de afdrachtverplichting en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren niet langer gelden vanaf de datum van het vonnis, terwijl andere verplichtingen van kracht blijven. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
7 oktober 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [plaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast verzoekt de heer [verzoeker] om de ingangsdatum van de WSNP achttien maanden eerder in te laten gaan. Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 30 september 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- mevrouw [persoon A] ,
- mevrouw M. Kocak, beschermingsbewindvoerder.
1.3.
De beschermingsbewindvoerder heeft op 1 oktober 2024 namens de heer [verzoeker] aanvullende stukken gestuurd.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
De heer [verzoeker] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en de afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
Als de heer [verzoeker] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
2.5.
De eerste dertien maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [verzoeker] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.6.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP ingaat op de dag van dit vonnis.
2.8.
De heer [verzoeker] verzoekt de looptijd van de WSNP te verkorten met achttien maanden. Dit wordt gezien als een verzoek om de ingangsdatum te bepalen op
7 april 2023. Dat is dus achttien maanden voorafgaand aan de datum van dit vonnis.
2.9.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen wordt toegewezen als vanaf die eerdere datum de WSNP-verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) zijn nagekomen. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het vrij te laten bedrag (hierna: vtlb) aan de boedel moet worden betaald. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus aansluitend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.10.
De rechtbank stelt vast dat het door de heer [verzoeker] in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject gespaarde bedrag van € 12.745,69 meer is dan het bedrag dat gedurende achttien maanden in de WSNP zou worden gespaard. Daarnaast is in de periode van het schuldhulpverleningstraject ook aan de inspanningsverplichting voldaan. De heer [verzoeker] is fulltime werkzaam.
2.11.
De rechtbank komt dus tot de conclusie dat het verzoek om een eerdere ingangsdatum moet worden toegewezen.
Duur van de schuldsaneringsregeling
2.12.
In de uitspraak van vandaag wordt ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om te controleren of de schuldenaar de verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) naleeft. De taak van de bewindvoerder is ook om de zogenaamde boedel van de schuldenaar te beheren en te vereffenen.
2.13.
Naast de verplichting om de inkomsten boven het vtlb te betalen aan de boedel en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren heeft de schuldenaar ook andere verplichtingen, zoals de informatieverplichting, de verplichting om geen nieuwe schulden te laten ontstaan en de verplichting om schuldeisers niet te benadelen. Verder ontstaan sommige verplichtingen pas door het op verzoeker van toepassing verklaren van de WSNP. Dat betreft bijvoorbeeld de verplichting om tot de boedel behorende goederen af te staan. In dit geval is de ingangsdatum bepaald op 7 april 2023. Dat is meer dan twaalf maanden voor de uitspraak van vandaag. De bewindvoerder heeft nu dus geen mogelijkheid gehad om die controle uit te oefenen. Daarom zal de rechtbank de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengen met zes maanden tot en met 7 april 2025.
2.14.
Omdat de heer [verzoeker] al wel achttien maanden heeft voldaan aan zijn afdrachtverplichting en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren, is hij vanaf de dag van vandaag niet meer verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te verzamelen en zijn inkomsten boven het vtlb te betalen aan de boedel. Dit vanwege het uitgangspunt van de wetgever dat de schuldsaneringsregeling in principe achttien maanden duurt, en de heer [verzoeker] op deze manier achttien maanden aan beide verplichtingen heeft voldaan. Alle overige verplichtingen blijven de resterende duur van de regeling bestaan. Voor de duidelijkheid merkt de rechtbank op dat alles wat de heer [verzoeker] heeft en tijdens de resterende periode van de schuldsaneringsregeling verkrijgt, in de boedel valt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] -1978 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [plaats] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. B.A. Cnossen
en tot bewindvoerder mr. W.P. Groenendijk,
gevestigd te Postbus 324,
3330 AH Zwijndrecht;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 7 april 2023 en de einddatum op 7 april 2025;
- bepaalt dat vanaf de dag van dit vonnis de afdrachtverplichting en de verplichting om fulltime te werken of te solliciteren niet langer gelden, en dat de overige verplichtingen onverkort van toepassing blijven;
- draagt de bewindvoerder op om de komende zes maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1
/7e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. B.A. Cnossen, rechter, in samenwerking met A.B.T. Fernandes Pedra, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2024. [1]