4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. primair:
1.
[bedrijf 1] B.V., op tijdstippen in of omstreeks 13 april 2020 tot en met 30 januari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen (telkens) opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (digitale) aangiften voor de omzetbelasting ten name van
- [bedrijf 5] B.V. over het derde kwartaal van 2020 en/of
- [bedrijf 6] B.V. over het tweede kwartaal van 2020 en/of
- [bedrijf 7] B.V. over het derde kwartaal van 2020 en/of
- [bedrijf 4] B.V. over het eerste kwartaal van 2020
en/of het tweede kwartaal van 2020 en
- [bedrijf 2] B.V. over het eerste kwartaal van 2020
- [bedrijf 8] B.V. over het derde kwartaal van 2020 en
- [bedrijf 3] B.V. over het derde kwartaal van 2020 en- [bedrijf 9] B.V. over het vierde kwartaal van 2020
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan door (telkens) op de ingediende aangiften omzetbelasting een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting en/of voorbelasting en/of een onjuist bedrag voor aftrek in aanmerking komende omzetbelasting op te geven geheven terwijl die feiten (telkens) ertoe strekten dat te weinig belasting wordt geheven aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
2.
Hij, op tijdstippen in of omstreeks 31 juli 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen (telkens) opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een (digitale)
aangifte voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 2] B.V. over het tweede kwartaal van 2020 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, door op de ingediende aangiften omzetbelasting een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting en/of voorbelasting en/of een onjuist bedrag voor aftrek in aanmerking komende omzetbelasting op te geven
terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting wordt geheven;
3. primair:
[bedrijf 1] B.V. op tijdstippen op of omstreeks 18 januari 2020 tot en met 6 december 2020 in Nederland, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
a. a) een aanvraag Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) over het vierde kwartaal van 2020 ten name van [bedrijf 1] B.V.
valselijk heeft opgemaakt, immers heeft zij, verdachte, valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid - op genoemde geschriften - zakelijk
weergeven - vermeld en/of doen vermelden:
ad a) dat de omzet over het vierde kwartaal van 2019 € 1.351.093,- bedroeg en de
aanvraag naar waarheid te hebben ingevuld en/of
zulks met het oogmerk om voormeld geschrift als echt en onvervalst
te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken aan welke bovenomschreven verboden gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
4 primair:
[bedrijf 1] B.V. op tijdstippen op of omstreeks 6 december 2020 in Nederland,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, doordat zij
a. a) een aanvraag Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) over het vierde kwartaal van 2020 ten name van [bedrijf 1] B.V. en
b) een aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal van 2019 ten name van [bedrijf 1]
B.V. en
c) een BUNQ-transactieoverzicht van [bedrijf 1] B.V.
heeft opgestuurd naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat in strijd met de waarheid - zakelijk weergeven - was vermeld
ad a) dat de omzet over het vierde kwartaal van 2019 € 1.351.093,- bedroeg en/of de aanvraag naar waarheid te hebben ingevuld en
ad b) dat de leveringen/diensten belast met hoog tarief en/of omzet € 1.351.093,- bedroeg(en) en/of de omzetbelasting € 283.729,- bedroeg en/of de voorbelasting
€ 205.266,- bedroeg en/of het totaal aan te betalen omzetbelasting € 78.463,- bedroeg
en
ad c) er op 18 januari 2020 een overboeking van € 78.463,- aan de Belastingdienst
heeft plaatsgevonden en/of op 18 januari 2018 een overboeking aan de Belastingdienst met omschrijving [omschrijving] heeft plaatsgevonden
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
5.
Hij, op 19 april 2022 te Rijswijk, in elk geval
in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk valse geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een salarisspecificatie van [bedrijf 2] B.V. voor de heer [medeverdachte 3] d.d. 20 maart 2020 (en d.d. 17 april 2020 en d.d. 31 juli 2020
voorhanden heeft gehad, terwijl verdachte en/of zijn mededader wisten dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als ware deze echt en onvervalst, en bestaande die valsheid hierin dat (telkens) in strijd met de waarheid was vermeld
dat de heer [medeverdachte 3] werkzaam was bij [bedrijf 2] B.V. en/of een bedrag van € 1.934,59 en € 2.102,76 is uitbetaald op
[bankrekening] en/of de heer [medeverdachte 3] een contract voor onbepaalde tijd had bij [bedrijf 2] B.V. en/of de heer [medeverdachte 3] per 24 februari 2020 en/of 1 juli 2020 in dienst was bij [bedrijf 2] B.V.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.