Deze uitspraak betreft de afwijzing van een omgevingsvergunning voor het tijdelijk plaatsen van een vlaggenmast op het bedrijfspand van eiseres. Eiseres, die het niet eens is met de afwijzing, heeft op 29 december 2022 een aanvraag ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis heeft de aanvraag op 9 maart 2023 afgewezen. Eiseres heeft bezwaar aangetekend, maar het college heeft in het bestreden besluit van 3 augustus 2023 de afwijzing gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 6 november 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiseres heeft in beroep dezelfde gronden aangevoerd als in bezwaar, en de rechtbank concludeert dat het college in het bestreden besluit voldoende op deze gronden is ingegaan. De rechtbank behandelt de argumenten van eiseres, waaronder de stelling dat het primaire besluit niet is ondertekend en dat er van rechtswege een vergunning zou zijn verleend. De rechtbank stelt vast dat het college voldoende gemotiveerd heeft gereageerd op de beroepsgronden van eiseres en dat de afwijzing van de vergunning in stand blijft. Eiseres krijgt geen gelijk en ontvangt geen vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. T.M.J. Smits, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 november 2024. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.