3.1.[eiseres 1] en [eiseres 2] vorderen, verkort weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] veroordeelt tot:
1. het per direct staken van alle werkzaamheden op de volgende plaatsen:
de plaats waar de schutting heeft gestaan, oftewel tot 100 cm vanaf de noordelijke kadastrale grens tussen de percelen met kadastrale aanduiding [perceelnummer 1] en [perceelnummer 2] en over de gehele breedte (circa 20 meter) van die grens (tussen de door de landmeter aangebrachte ijzeren buizen met nummers 18 en 20),
langs de noordelijke gevel van de bijkeuken, oftewel tot 50 cm vanaf de noordelijke gevel van de bijkeuken en over de gehele breedte (circa 5 meter) daarvan,
de plaats waar een gedeelte van de straat aan de westzijde van de bijkeuken heeft gelegen, oftewel het gedeelte van 100 cm vanaf de westelijke gevel van de bijkeuken en over de gehele breedte van de bijkeuken (circa 2,5 meter),
2. het binnen vijf dagen na het vonnis verwijderen en verwijderd houden van alle zaken op de plaatsen onder 1. en het perceel van [eiseres 1] en [eiseres 2] , waaronder doch niet uitsluitend de betonblokken, betonbanden, betonpalen, (houten) schuttingdelen (straat)stenen en grond, waardoor die plaatsen en dat perceel zoveel mogelijk worden teruggebracht in de toestand, inclusief het grondpeil – dat gelijk dient te zijn aan het grondpeil van de rest van het erf van [eiseres 1] en [eiseres 2] – zoals die situatie bestond voorafgaand aan de verwijdering van de schutting en de verwijdering van de straat aan de westelijke zijde van de aanbouw op of omstreeks 4 november 2024,
3. betaling van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte indien niet aan de vorderingen onder 1 en 2 wordt voldaan,
4. het zich onthouden van het losmaken, verplaatsen en/of verwijderen van onroerende en roerende zaken van [eiseres 1] en [eiseres 2] , waaronder die behoren tot en onderdeel zijn van hun woning, bestrating, tuin en overkapping (schuur), zoals die zich (grotendeels) bevinden op voornoemd perceel en de plaatsen onder 1. beschreven,
5. betaling van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding indien niet aan de vordering onder 4 wordt voldaan,
6. betaling van de kosten van dit geding.