ECLI:NL:RBROT:2024:13602

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
C/10/687765 / FA RK 24-7744
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator voor minderjarigen die al lange tijd niet naar school gaan

Op 1 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de benoeming van een bijzondere curator voor vier minderjarigen. De minderjarigen, geboren in 2011, 2013, 2014 en 2016, gaan al lange tijd niet naar school. De ouders hebben geen vrijstelling gekregen van de gemeente en zijn niet verschenen op de zittingen bij de kantonrechter. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders op eerdere uitnodigingen van de leerplichtambtenaar niet hebben gereageerd, wat leidt tot de vrees dat de kinderen geïsoleerd opgroeien.

De Raad voor de Kinderbescherming heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het in het belang van de kinderen is om een bijzondere curator te benoemen, omdat er geen zicht is op hun situatie en ontwikkeling. De kinderrechter heeft besloten om mr. [naam 2] als bijzondere curator te benoemen, met de opdracht om de minderjarigen te vertegenwoordigen. Deze benoeming geldt tot 1 februari 2025. De bijzondere curator moet voor de volgende zitting op 7 januari 2025 rapporteren over de situatie van de kinderen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, en is op schrift gesteld op 6 november 2024. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de dag van de beschikking.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/687765 / FA RK 24-7744
Datum uitspraak: 1 oktober 2024
Beschikking van de kinderrechter
in de zaak over de minderjarigen:
[minderjarige 1],
geboren op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum 2] 2013 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 2] ,
[minderjarige 3],
geboren op [geboortedatum 3] 2014 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 3] ,
[minderjarige 4],
geboren op [geboortedatum 4] 2016 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 4]
In welke zaak belanghebbenden zijn:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats] ,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats] .

1.De procedure

1.1.
Op 1 oktober 2024 heeft de mondelinge behandeling van de zaken met
parketnummers 10-311046-23 en 10-311053-23 plaatsgevonden bij de kantonrechter. Daarbij waren aanwezig:
  • een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad), [naam 1] ;
  • mr. D.K. Streef, officier van justitie.

2.De beoordeling

2.1.
Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve, een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen.
2.2.
De kinderrechter is van oordeel dat van een dergelijke situatie sprake is. De minderjarigen gaan al lange tijd niet naar school, terwijl het beroep van de ouders op vrijstelling niet is gehonoreerd door de gemeente. De ouders hebben een dagvaarding en een oproeping ontvangen voor de zittingen bij de kantonrechter op 16 mei en 1 oktober 2024. Zij zijn beide keren niet verschenen om een toelichting op hun handelen te geven. Eerder hebben zij op diverse uitnodigingen van de leerplichtambtenaar evenmin gereageerd. Omdat de kantonrechter verwacht – gezien deze houding van de ouders – dat zij op een volgende zitting evenmin zullen verschijnen, heeft de kantonrechter een bevel medebrenging afgegeven voor de ouders voor de volgende zitting op 7 januari 2025.
2.3.
De Raad brengt desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling naar voren dat het zinvol is voor de kinderen om een bijzondere curator voor hen te benoemen. Er is al lange tijd geen zicht op de situatie van de kinderen. Volgens de afsluitingsrapportage van de ondertoezichtstelling bestaat het risico dat de kinderen geïsoleerd opgroeien. Het is onduidelijk of het onderwijs dat door de ouders gegeven wordt toereikend is. Er is geen zicht op de veiligheid en de ontwikkeling van de kinderen en evenmin op het netwerk. Het is voor de Raad onvoldoende mogelijk om in te schatten welke invloed het ontbreken van onderwijs heeft. Elke vorm van contact wordt afgehouden.
2.4.
[naam 2] , advocaat, is bereid gevonden om in deze procedure als bijzondere curator op te treden en zal hiertoe, gezien de urgentie, ambtshalve door de kinderrechter worden benoemd.
2.5.
Om de bijzondere curator de benodigde informatie te verschaffen zullen de stukken waarover de rechtbank beschikt in het belang van de kinderen in handen worden gesteld van de bijzondere curator.
2.6.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om tegen de nadere terechtzitting bij de kantonrechter, te weten op 7 januari 2025 om 12.05 uur, te rapporteren en tijdens de zitting aanwezig te zijn.
2.7.
De benoeming tot bijzondere curator geldt tot 1 februari 2025.

3.De beslissing

De kinderrechter:
3.1.
benoemt tot bijzondere curator teneinde de minderjarigen te vertegenwoordigen: [naam 2] , kantoorhoudende te [adres] ;
3.2.
bepaalt dat deze benoeming geldt tot 1 februari 2025;
3.3.
verzoekt de bijzondere curator tegen de nadere terechtzitting, te weten op 7 januari 2025, te rapporteren;
3.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2024 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van J. van den Donker als griffier, en op schrift gesteld 6 november 2024.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. Het hoger beroep kan slechts worden ingesteld door een advocaat.
Door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de beschikking. Voor andere belanghebbenden geldt voor het instellen van hoger beroep een termijn van drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere manier bekend is geworden.