ECLI:NL:RBROT:2024:13623

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
C/10/690466 / JE RK 24-2596
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 24 december 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], geboren in 2012. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering heeft op 3 december 2024 een verzoek ingediend voor een machtiging tot opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van [voornaam minderjarige] niet zijn verschenen, maar dat zij wel correct zijn opgeroepen. Tijdens de zitting was de minderjarige zelf ook niet aanwezig, omdat hij was aangehouden op verdenking van vernieling. De kinderrechter heeft de noodzaak van gesloten jeugdhulp onderbouwd met de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [voornaam minderjarige], die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. Eerdere maatregelen, zoals ondertoezichtstelling en opname in een open groep, hebben niet het gewenste effect gehad. De kinderrechter oordeelt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van [voornaam minderjarige] aan te pakken. De machtiging wordt verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 28 februari 2025, en het verzoek van de GI om een langere termijn wordt afgewezen. De kinderrechter benadrukt het belang van een gestructureerde en veilige omgeving voor de minderjarige, zodat hij kan werken aan zijn ontwikkeling en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/690466 / JE RK 24-2596
Datum uitspraak: 24 december 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd in Amsterdam, hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] ,
advocaat mr. N. Roos, kantoorhoudende in Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen de moeder, zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats,
[naam vader],
hierna te noemen de vader, wonende in Rotterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 december 2024, ingekomen bij de griffie op 4 december 2024.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 december 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de waarnemend advocaat van [voornaam minderjarige] , mr. S.C. van Paridon;
- een vertegenwoordiger van de GI, mw. [persoon A] .
1.3.
De ouders zijn niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat zij wel juist zijn opgeroepen.
1.4.
[voornaam minderjarige] is niet verschenen bij de zitting. De kinderrechter heeft ter zitting van de advocaat begrepen dat hij zojuist had vernomen dat [voornaam minderjarige] is aangehouden en vastzit op het politiebureau.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft bij Bergse Bos.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 februari 2024 [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 28 februari 2025.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 6 september 2024 een machtiging verleend om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 6 januari 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging te verlenen om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van zes maanden.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht dit als volgt toe. De GI sluit zich aan bij het voorstel van de advocaat van [voornaam minderjarige] om toch over te gaan tot de behandeling van het verzoek, ondanks dat [voornaam minderjarige] er niet is. Het gaat niet goed met [voornaam minderjarige] en dit ziet hij zelf ook in. De gesloten groep en de begeleiding die [voornaam minderjarige] daar krijgt, zijn nog steeds nodig.

4.Het standpunt van de advocaat van [voornaam minderjarige]

4.1.
Door en namens [voornaam minderjarige] is ter zitting geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. [voornaam minderjarige] is aangehouden en zit op dit moment op het politiebureau. Later vandaag zal hij gehoord worden over een verdenking van vernieling. [voornaam minderjarige] is daarom niet in staat ter zitting te verschijnen. De advocaat van [voornaam minderjarige] geeft aan dat hij [voornaam minderjarige] vorige week inhoudelijk over het onderhavige verzoek heeft gesproken. [voornaam minderjarige] heeft nog altijd de wens om zo snel mogelijk weer naar een open groep te gaan, maar ziet ook in dat het verblijf bij de gesloten groep op dit moment niet alleen zinvol maar ook onvermijdelijk is. Nu [voornaam minderjarige] zich niet tegen het verzoek verzet, geeft de advocaat van [voornaam minderjarige] aan dat ondanks zijn afwezigheid overgegaan kan worden tot de behandeling van het onderhavige verzoek. Hierbij speelt ook mee dat de machtiging maar kan worden verleend tot het einde van de huidige ondertoezichtstelling: 28 februari 2025.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [voornaam minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. [1]
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . Eerder verbleef [voornaam minderjarige] op een open groep van Bergse Bos. Naar aanleiding van verschillende escalaties is [voornaam minderjarige] eind augustus 2024 met spoed op een gesloten groep geplaatst. De afgelopen periode zijn de zorgen over [voornaam minderjarige] verder toegenomen. [voornaam minderjarige] heeft een belast verleden en kampt met forse gedrags-en hechtingsproblematiek. [voornaam minderjarige] is niet op de zitting verschenen omdat hij is aangehouden wegens verdenking van vernieling op de groep. De aanhoudende zorgen over het gedrag van [voornaam minderjarige] en de situaties waarin hij zich begeeft, maken dat de gronden voor een gesloten machtiging voor jeugdhulp onverminderd aanwezig zijn. [voornaam minderjarige] is gebaat bij een gestructureerde en voorspelbare plek. De kinderrechter is dan ook, met partijen, van oordeel dat het noodzakelijk is dat [voornaam minderjarige] de aankomende tijd op de gesloten groep zal verblijven, om hem de stabiliteit en veiligheid te bieden die hij nodig heeft, tot er een passende vervolgplek voor hem gevonden is en hij klaar is om die stap te zetten. Het is de aankomende periode van belang dat er op korte termijn zicht komt op de diagnostiek van [voornaam minderjarige] en dat zijn behandeltraject start, zodat de negatieve spiraal doorbroken kan worden en [voornaam minderjarige] zo snel mogelijk weer terug kan naar een open groep.
5.3.
Anders dan de GI heeft verzocht, zal de kinderrechter, gelet op het gegeven dat de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 28 februari 2025 loopt, een machtiging verlenen om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de resterende duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 28 februari 2025. Het verzoek wordt voor het overige afgewezen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 6 januari 2025 tot 28 februari 2025;
6.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2024 door mr. A.L Pöll, kinderrechter, in aanwezigheid van S.L. Bulte als griffier, en op schrift gesteld op 8 januari 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.Artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw).