ECLI:NL:RBROT:2024:13777
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag overname geldschulden op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze zaak heeft eiseres, een gedupeerde in de toeslagenaffaire, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag om overname van geldschulden door de minister van Financiën op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De minister had op 5 oktober 2022 een deel van de aanvraag afgewezen en dit besluit werd op 6 september 2023 in het bestreden besluit gehandhaafd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en het beroep werd op 26 september 2024 behandeld door de rechtbank.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waarbij eiseres aanvoerde dat de minister ten onrechte vasthield aan een bepaalde periode voor de overname van schulden. Eiseres stelde dat ook schulden die voor en na deze periode zijn ontstaan, in aanmerking zouden moeten komen voor overname. De rechtbank oordeelde dat de minister geen verplichting had om alle schulden van eiseres over te nemen en dat de voorwaarden voor overname niet waren vervuld. Eiseres had ook niet onderbouwd dat de schulden aan verschillende schuldeisers nog openstonden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. N. Boonstra en is openbaar uitgesproken op 19 december 2024. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.