7.3.2.Rapportages
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het over de verdachte uitgebrachte Pro Justitiarapport van GZ-psycholoog [naam] en forensisch milieuonderzoeker W. de Kruijf, gedateerd 9 oktober 2024.
De psycholoog komt tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een verstandelijke beperking en een autismespectrumstoornis. Dit was ook het geval ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten en dit beïnvloedde toen verdachtes gedragskeuzes en gedragingen.
De verdachte heeft door zijn autisme en verstandelijke beperking een verminderd inzicht in sociale situaties en beperkt begrip van maatschappelijke verhoudingen en aanvaardbaar gedrag. Hij leeft in zijn eigen wereld. Hij komt kinderlijk naïef en weinig realistisch over. Als hij eenmaal een idee in zijn hoofd heeft, kan hij dat moeilijk loslaten en gaat hij er geheel in op.
De verdachte is daarnaast erg beïnvloedbaar en goedgelovig. Hij is in zijn contacten met IS-leden/sympathisanten steeds meer gaan geloven in bepaalde elementen van de IS-ideologie. Omdat de verdachte nauwelijks sociale contacten heeft, kon hij zijn ideeën en overtuigingen bij niemand toetsen.
De verdachte is geen anti-sociale jongen die gericht is op gewelddadig of andersoortig crimineel gedrag. Hij is niet eerder in beeld gekomen naar aanleiding van gewelddadig gedrag. In zijn functioneren staan zijn autisme en verstandelijke beperking op de voorgrond. Hij heeft vooral veel moeite met het vinden van aansluiting bij andere jongeren en is zoekende naar zijn plek in de samenleving.
Het risico op het plegen van een extremistische geweldsdaad wordt als laag ingeschat. De belangrijkste risicofactor is verdachtes beïnvloedbaarheid. De verdachte is niet echt een daadkrachtig of charismatisch persoon. Hij is eerder angstig aangelegd en is snel overprikkeld en van slag. Hij heeft veel moeite om zich in de buitenwereld te handhaven. Door zijn arrestatie en detentie heeft hij ingezien dat hij grote fouten heeft gemaakt. Inmiddels toont hij zich ontvankelijk voor niet-extremistische kennisautoriteiten, zoals een imam met wie hij gesprekken heeft, alsmede de autoriteit van zijn ouders en heeft hij zijn extremistische opvattingen losgelaten. Hij wijst gebruik van extremistisch geweld af.
Gezien de invloed van de autismespectrumstoornis en de verstandelijke beperking op zijn denken, voelen en handelen ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde, wordt geadviseerd om de verdachte de hem ten laste gelegde feiten, indien bewezen, in verminderde mate toe te rekenen.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies gedateerd 18 november 2024 van Reclassering Nederland.
Dit advies houdt onder meer in dat het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Deze uitkomst is hoofdzakelijk bepaald door een aantal factoren zoals het feit dat de verdachte first offender is, er sprake is van een relatief stabiele leefsituatie voorafgaand aan het onderhavige delict en de verdachte niet bekend is met middelenproblematiek.
De verdachte scoort gemiddeld omdat er sprake is van psychische problematiek en een verstandelijke beperking die niet te behandelen is. De professionele inschatting van de reclassering komt hiermee overeen en duidt zijn fragiele persoonlijkheid en beïnvloedbaarheid als grootste risicofactor.
Het risico op extremistisch geweld wordt ingeschat als laag.
De reclassering adviseert het commune strafrecht toe te passen. Alhoewel de verdachte
een jongere indruk maakt dan op basis van zijn kalenderleeftijd verwacht mag worden,
ziet de reclassering geen mogelijkheden voor pedagogische beïnvloeding. Zijn problematiek is, gezien de conclusies van het NIFP, niet te genezen en hij zal zijn hele leven begeleiding en ondersteuning behoeven. Gezien de aard van het delict is controle door het gespecialiseerde TER-team van Reclassering Nederland aangewezen.
Geadviseerd wordt bij oplegging van een eventueel (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf, bijzondere voorwaarden op te leggen waaronder een meldplicht, ambulante begeleiding, controle op het internetgebruik van de verdachte en de plicht mee te werken aan een gemeentelijk traject gericht op het verkrijgen en het behouden van woonruimte,
schuldhulpverlening, een legaal inkomen en een structurele en zinvolle (betaalde) dagbesteding.
De verdachte heeft verklaard dat hij bereid is om zich aan die bijzondere voorwaarden te houden.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van een ideologisch duidingsrapport over de verdachte, uitgevoerd door ‘Nuance door Training & Advies’ (NTA), gedateerd 16 juli 2024.
Uit dit rapport komt naar voren dat de verdachte zich op dit moment geloofwaardig distantieert van extremistisch gedachtegoed en de extremistische groepering IS. Deze attitude is echter immatuur en kwetsbaar. Er dient rekening mee gehouden te worden dat de
verdachte nog steeds beïnvloedbaar is. Op dit moment is hij weliswaar ontvankelijk voor niet-extremistische invloeden, de vraag is hoe duurzaam deze invloeden zijn.
Juist de kentering van opvattingen geven blijk van zijn beïnvloedbaarheid en tevens zijn zwart-witdenken. De verdachte kampte voor zijn detentie met sociaal isolement en beperkingen. Het is aannemelijk dat deze situatie zich zonder interventies na zijn detentie voortzet. Gezien de neurodivergentie van de verdachte en het gebrek aan toegang tot diverse kennisbronnen, is het aannemelijk dat de verdachte behoefte blijft houden aan duidelijkheid en hij deze op laagdrempelige wijze, dus online, gaat zoeken. De eenduidigheid van extremistische propaganda blijft daarom in potentie aantrekkelijk voor de verdachte. Daarnaast kunnen de sociale dimensies van een extremistische (online) subcultuur opnieuw aanlokkelijk zijn wanneer het sociaal isolement van de verdachte blijft bestaan.