ECLI:NL:RBROT:2024:1546

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10407031 CV EXPL 23-8178
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor niet voltooide werkzaamheden in aannemingsovereenkomst

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is Allround Elektrotechniek B.V. (eiseres) in een geschil verwikkeld geraakt met een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft een aannemingsovereenkomst waarbij de gedaagde, aangeduid als [gedaagde01], de opdracht had om zonnepanelen te installeren. De kantonrechter heeft eerder geoordeeld dat de overeenkomst is ontbonden en dat de gedaagde een bewijsopdracht heeft gekregen om aan te tonen dat hij de werkzaamheden correct heeft uitgevoerd en dat deze een waarde van ten minste € 4.300,- vertegenwoordigen. De gedaagde heeft bewijsstukken ingediend, waaronder foto's en WhatsApp-berichten, maar is er niet in geslaagd om zijn stelling te onderbouwen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de waarde van de verrichte werkzaamheden slechts € 227,- bedraagt, wat resulteert in een terug te betalen bedrag van € 4.073,- aan Allround. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente toegewezen en de proceskosten aan de zijde van Allround begroot op € 1.406,82. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10407031 CV EXPL 23-8178
datum uitspraak: 16 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Allround Elektrotechniek B.V.,
vestigingsplaats: Den Haag,
eiseres,
gemachtigde: mr. O.J. Praamstra,
tegen
[gedaagde01], die handelt onder de naam
[handelsnaam01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Allround’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 25 augustus 2023 en de daarin genoemde stukken;
  • de mail van [gedaagde01] van 27 september 2023, met bijlagen;
  • de antwoordakte van Allround, met bijlagen;
  • de rolbeslissing van 22 december 2023.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat de overeenkomst van aanneming van werk tussen partijen is ontbonden en partijen de reeds ontvangen prestaties ongedaan moeten maken. Dit betekent dat [gedaagde01] het bedrag van € 4.300,- aan Allround moet terugbetalen en dat Allround aan [gedaagde01] de waarde moet vergoeden voor de door [gedaagde01] verrichte werkzaamheden voor Allround. Omdat partijen het niet eens zijn over welke werkzaamheden precies door [gedaagde01] zijn verricht en welke waarde hieraan moet worden toegekend, heeft [gedaagde01] hiervoor een bewijsopdracht gekregen. De bewijsopdracht luidt als volgt:
“De kantonrechter:
laat [gedaagde01] toe tot het bewijs dat hij alle rails voor de zonnepanelen die hij moest leggen op de juiste manier heeft gelegd en dat de waarde van de verrichte werkzaamheden voor Allround op het tijdstip direct na het verrichten van de werkzaamheden tenminste € 4.300,- excl. btw heeft bedragen;”
2.2.
In het kader van haar bewijsopdracht heeft [gedaagde01] bij e-mail van 27 september 2023 meerdere bijlagen ingediend met daarbij een korte toelichting. De bijlagen omvatten foto’s van het dak en WhatsApp-gesprekken tussen [gedaagde01] en Allround. Volgens [gedaagde01] blijkt uit de ingediende bijlagen dat het hele dak is afgemaakt en dat de verrichte werkzaamheden een waarde van ongeveer € 5.600,- vertegenwoordigen.
2.3.
In haar antwoordakte heeft Allround gereageerd op het geleverde bewijs en tegenbewijs geleverd.
[gedaagde01] is niet geslaagd in zijn bewijsopdracht
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde01] niet is geslaagd in zijn bewijsopdracht. Hierna wordt uitgelegd waarom en wat dat voor deze procedure betekent.
2.5.
Op de door [gedaagde01] ingediende foto’s zijn meerdere daken te zien met daarop ook meerdere, in ieder geval meer dan de gestelde zes, rails geïnstalleerd. Allround betwist dat op de foto’s te zien is dat het gaat om de betreffende daken en stelt dat het elk willekeurig dak op een andere locatie kan zijn. Gezien de foto’s in de WhatsApp-berichten en de foto’s van de daken en de overeenkomsten die daarop te zien zijn, gaat de kantonrechter er echter wel vanuit dat het om de betreffende daken gaat. Dat het hele dak is afgemaakt, zoals [gedaagde01] stelt, blijkt echter weer niet uit de foto’s. Hoeveel rails [gedaagde01] uiteindelijk daadwerkelijk heeft geïnstalleerd, kan de kantonrechter op basis van de overgelegde foto’s evenmin afleiden.
2.6.
[gedaagde01] stelt dat de werkzaamheden een waarde vertegenwoordigen van ‘ongeveer’ € 5.600,-. De kantonrechter is het met Allround eens dat [gedaagde01] dat op geen enkele wijze heeft onderbouwd. De enkele blote stelling dat de kosten € 5.600,- zijn is niet voldoende. Het had op de weg van [gedaagde01] gelegen om dat gemotiveerd met stukken te onderbouwen.
[gedaagde01] heeft geleverd tegenbewijs niet weersproken
2.7.
Door Allround is een verklaring ingediend van [naam01] , destijds vertegenwoordiger en aannemer jegens wie Allround zich verbonden had tot de installatie van de zonnepanelen. [naam01] verklaart dat [gedaagde01] naar schatting slechts de rails voor 20 zonnepanelen heeft geïnstalleerd en dat er nauwelijks een waarde aan de werkzaamheden kan worden toegekend. [gedaagde01] heeft, hoewel hij daartoe de gelegenheid heeft gekregen, niet meer gereageerd op het door Allround geleverde tegenbewijs.
2.8.
Omdat [gedaagde01] enerzijds haar stelling dat de werkzaamheden een waarde vertegenwoordigen van € 5.600,- niet met stukken heeft onderbouwd en zij anderzijds de verklaring van [naam01] dat slechts rails voor 20 zonnepanelen zijn geïnstalleerd niet heeft weersproken, moet de kantonrechter er in rechte van uitgaan dat de verklaring van [naam01] juist is.
De waarde van de werkzaamheden is € 227,-
2.9.
De kantonrechter zal de waarde van de verrichte werkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 227,-. Omdat Allround geen aanspraak heeft gemaakt op terugbetaling van door haar betaalde btw is bij de berekening uitgegaan van nettobedragen, dus zonder btw. Bij de berekening is verder uitgegaan van de totale aanneemsom van € 14.400,- voor het plaatsen van in totaal 960 zonnepanelen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Allround onweersproken gesteld dat het leggen van de rails 75% van het totale werk uitmaakte. De kantonrechter stelt het gedeelte van de aanneemsom dat betrekking had op het leggen van de rails daarom op 75% van € 14.400,-; dat is € 10.800,-. Nu ervan uitgegaan wordt dat de rails voor 20 zonnepanelen zijn geïnstalleerd, betekent dit dat slechts 2,1 % van de totale opdracht, voor zover die betrekking had op het leggen van de rails, is uitgevoerd. De waarde die de kantonrechter daaraan koppelt is dan ook 2,1 % van € 10.800,-, dat is afgerond € 227,-. Aangezien [gedaagde01] nog een bedrag van € 4.300,- aan Allround moet terugbetalen, zal het bedrag van € 227,- excl. btw daarop in mindering worden gebracht. Dit betekent dat [gedaagde01] nog een bedrag van € 4.073,- aan Allround moet betalen. Dit bedrag wordt toegewezen.
Rente
2.10.
Allround vordert de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het terug te betalen bedrag. Artikel 6:119a BW heeft echter alleen betrekking op de geldelijke tegenprestatie voor geleverde goederen of diensten op grond van een handelsovereenkomst. Dit betreft de primaire betalingsverplichting uit de handelsovereenkomst. De wettelijke handelsrente ziet dus niet op andere geldelijke verplichtingen waartoe zo’n overeenkomst aanleiding kan geven (ECLI:NL:HR:2017:3106). Nu de verplichting tot ongedaanmaking geen primaire betalingsverplichting betreft, is artikel 6:119a BW daarop niet van toepassing. De wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW is wel toewijsbaar, omdat Allround genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist. Deze zal dan ook worden toegewezen.
Proceskosten
2.11.
[gedaagde01] moet de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Allround op € 107,32 aan dagvaardingskosten, € 487,- aan griffierecht, € 677,50 aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punten x € 271,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.406,82. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Allround te betalen € 4.073,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 11 augustus 2021 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, die aan de kant van Allround worden begroot op € 1.406,82;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
37555