ECLI:NL:RBROT:2024:1933
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffing van spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een kwetsbare situatie
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 10 januari 2024, wordt de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind01] opgeheven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [kind01], geboren in 2007, op dat moment in een crisisopvang verbleef na een spoedplaatsing op 31 december 2023. De aanleiding voor deze spoedplaatsing was een onveilige thuissituatie, waarbij de minderjarige zelf de politie had gebeld. De moeder van [kind01] is belast met het ouderlijk gezag en heeft een advocaat, mr. E.B. van den Ouden, ingeschakeld. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 januari 2024 waren de moeder, haar advocaat en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig. De kinderrechter heeft [kind01] naar zijn mening gevraagd en de aanwezigen hebben kunnen reageren op zijn verklaring.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling de zorgen over de thuissituatie van [kind01] meegewogen, waaronder het drankgebruik van de moeder en de aanwezigheid van vreemde mannen in huis. De moeder heeft echter aangegeven dat zij zich bewust is van de situatie en heeft beloofd zich aan de veiligheidsafspraken te houden. De kinderrechter concludeert dat de situatie voor [kind01] veilig genoeg is om terug naar huis te gaan, mede door de betrokkenheid van Sjaloom Zorg en de toezeggingen van de moeder. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing met ingang van 10 januari 2024 opgeheven, maar heeft ook zorgen geuit over de rol van het Landelijk Doorstroomteam van de GI en het gebrek aan een vaste jeugdbeschermer voor [kind01].
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.