ECLI:NL:RBROT:2024:1939

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 januari 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
C/10/670071 / JE RK 23-2780
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 5 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind01]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die zich bezighoudt met de bescherming van kinderen in problematische thuissituaties. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de situatie van [kind01], die onder druk staat door de problematiek binnen het gezin en de belastende uitspraken van de ouders. De ouders zijn niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, maar zijn wel opgeroepen.

De moeder heeft het ouderlijk gezag over [kind01], terwijl de vader [kind01] niet heeft erkend. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 7 januari 2024, en de GI heeft verzocht om een verdere verlenging van zes maanden. De kinderrechter heeft de situatie beoordeeld aan de hand van de wettelijke criteria uit het Burgerlijk Wetboek en heeft geconcludeerd dat de zorgen om [kind01] nog steeds aanwezig zijn. Ondanks eerdere hulpverlening is er onvoldoende verbetering in de thuissituatie opgetreden.

De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen tot 7 juli 2024, met de noodzaak dat de GI betrokken blijft bij de begeleiding van het kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep tegen worden ingesteld. De ouders en andere belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/670071 / JE RK 23-2780
Datum uitspraak: 5 januari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2011 in [geboorteplaats01], hierna te noemen: [kind01].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
1 december 2023, binnengekomen bij de rechtbank op4 december 2023, en het gezinsplan van 27 december 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 27 december 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 5 januari 2024. Daarbij was aanwezig een vertegenwoordiger van de GI, [naam03].
1.3.
De ouders zijn niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de ouders wel juist zijn opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [kind01].
2.2.
De vader heeft [kind01] niet erkend.
2.3.
[kind01] woont bij de ouders.
2.4.
Bij beschikking van 26 juni 2023 is de ondertoezichtstelling van [kind01] verlengd tot 7 januari 2024.
3.
Het verzoek
3.1.
De GI verzoekt een verlenging van de ondertoezichtstelling van [kind01] voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.Het standpunt van de GI

De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht het als volgt toe. Er zijn nog zorgen om [kind01], omdat er veel druk op haar staat mede als gevolg van de belastende uitspraken van de ouders. Gelet op de zorgen om [kind01] is er de afgelopen periode een onderzoek verricht. Hiervan zijn de resultaten nu bekend en er zijn adviezen geschreven. De komende periode wordt hiermee aan de slag gegaan.

5.De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Er zijn langere tijd zorgen om de (thuis)situatie van [kind01]. Dit komt mede doordat sprake is van een complex gezinssysteem, waarbij [kind01] structureel belast wordt met volwassenenproblematiek en zorgelijke uitingen van de ouders. Als gevolg hiervan staat er veel druk op [kind01] en zit zij klem. De afgelopen periode is verschillende hulpverlening ingezet, maar dit heeft tot op heden onvoldoende geleid tot een bestendige verbetering van de thuissituatie. Van belang is nu dat met de adviezen uit het onderzoek aan de slag wordt gegaan. De begeleiding van de GI is daarbij noodzakelijk. De kinderrechter is daarom van oordeel dat het in het belang is van [kind01] dat een jeugdbeschermer betrokken blijft. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [kind01], zoals verzocht en ter zitting niet weersproken, verlengen voor de duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [kind01] tot 7 juli 2024;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2024 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. V. Lankhaar als griffier, en op schrift gesteld op 29 januari 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.