ECLI:NL:RBROT:2024:2040
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake AVG-verzoek
Op 15 maart 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerdere uitspraak van 21 oktober 2023, waarin het beroep van de opposant niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant had verzet ingesteld, omdat hij meende dat hij wel degelijk een kopie van zijn AVG-verzoek van 28 februari 2022 had ingediend. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft hij een schermafdruk van een e-mailbericht overgelegd, waarin hij het verzoek naar de rechtbank zou hebben gestuurd. De rechtbank had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat de opposant niet tijdig had gereageerd op een verzoek van de rechtbank om een kopie van het AVG-verzoek in te dienen.
De verzetrechter heeft de argumenten van de opposant beoordeeld en vastgesteld dat de overgelegde schermafdruk twijfel doet ontstaan over de eerdere buiten-zittinguitspraak. De verzetrechter heeft geconcludeerd dat het verzet gegrond is, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 21 oktober 2023 vervalt. De rechtbank heeft de opposant verzocht om zijn AVG-verzoek opnieuw in te dienen, zodat het onderzoek kan worden voortgezet. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P. Vrolijk, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 maart 2024.