Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 januari 2023, met producties 1 tot en met 13;
- de conclusie van antwoord, met productie 1;
- de oproepingsbrieven van 7 juli 2023;
- de zittingsagenda van 17 juli 2023;
- de akte overlegging producties van ILS , met producties 14 en 15;
- de spreekaantekeningen van ILS ;
- de spreeknotities van ShipInvest .
2.De feiten
lashen/sjorren). [naam1] (voorman, hierna: [naam1] ) en [naam2] (hierna: [naam2] ), beiden sjorders in dienst van ILS , waren aan het werk op het dek van de Vera D. Zij waren bezig met het vastzetten van een veertig voets container. Tijdens zijn werkzaamheden werd [naam2] in de rug geraakt door een (om)vallende uitschuifladder (hierna: het ongeval). Als gevolg van het ongeval is [naam2] gewond geraakt.
3.Het geschil
- i) voor recht verklaart dat ShipInvest jegens ILS op de voet van artikel 6:10 BW is gehouden voor 100% bij te dragen aan de aan [naam2] te betalen schadevergoeding als gevolg van het ongeval aan boord van de Vera D op 27 augustus 2020, voor zover ILS deze schade aan [naam2] zal hebben vergoed, alsmede aan de in redelijkheid door ILS gemaakte en te nog maken kosten in de zin van artikel 6:10 lid 3 BW;
- ii) ShipInvest veroordeelt tot betaling aan ILS van de onder (i) bedoelde bijdrage, nader op te maken bij staat;
- iii) voor recht verklaart dat ShipInvest jegens ILS gehouden is tot betaling van de schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:107a lid 2 BW, alsmede tot betaling van de kosten als bedoeld in artikel 6:107a lid 3 BW;
- iv) ShipInvest veroordeelt tot betaling aan ILS van de onder (iii) bedoelde schadevergoeding en kosten, nader op te maken bij staat;
- v) ShipInvest veroordeelt aan ILS bij wijze van voorschot een bedrag van
- vi) ShipInvest veroordeelt in de kosten van het geding.
4.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
jegens ILSen niet (tevens) jegens [naam2] . Gesteld noch gebleken is immers dat ILS over een last of volmacht van [naam2] beschikt om ShipInvest namens hem in rechte aan te spreken. Er heeft geen cessie plaatsgevonden aan ILS van (mogelijke) vorderingen van [naam2] op ShipInvest en ILS is ook niet gesubrogeerd in zulke vorderingen. ILS beoogt met haar vorderingen in deze zaak (onder meer) regres te nemen op ShipInvest voor door ILS reeds aan [naam2] betaalde schadevergoeding.
Casuele/De Toekomst). Hieruit volgt dat sprake is van ‘schuld van een schip’ indien de schade het gevolg is van:
Stevedore was not in vicinity” en “
During occurence, Stevedore was under the ladder and got in contact” uit het
statement of factsvan de Vera D. Verder wijst Shipinvest op de door de Chief Mate ingevulde vragenlijst, waarin staat “
Gent was engaged in performing lashing. Gent went in vicinity of portable expendable ladder (went under portable expendable ladder)”.
statement of factsvan de Vera D met bijlage van de Chief Mate, ongevallenrapport van ILS , Van Ameyde-rapport en mail van [naam2] van 12 januari 2023) geen stukken zijn waaruit de toedracht van het ongeval kan worden vastgesteld. ILS heeft geen ‘eigen’ expertiserapport en een verklaring van de matroos ontbreekt. Op grond van de stellingen van partijen en de in het geding gebrachte producties, voor zover deze niet (voldoende) gemotiveerd zijn betwist, is het volgende komen vast te staan.
bay,
rowen
tier(vak, rij, laag). De
baysbetreffen de vakken van stuurboord naar bakboord over de breedte van het schip (dwarsdoorsnede) en zijn genummerd van de boeg naar het achterschip. De
rows(rijen) lopen in de lengterichting van het schip. De
tiers(lagen) zijn de lagen van containers genummerd van beneden naar boven.
lashen) op het dek van de Vera D .
cargo watchmanen/of O/S genoemd, hierna: de matroos) een metalen uitschuifladder tegen de container in rij 8 om van de reefercontainer in laag 3 van die rij een loshangend snoer op te kunnen rollen. Die reefercontainer was op dat moment
non operating, zo is van de kant van beide partijen ter zitting (nog eens) verklaard. De container was toen dus niet ingeschakeld, buiten gebruik in feite. Gesteld noch gebleken is dat iemand hinder had van het loshangende snoer. Er bestond dus geen onmiddellijke noodzaak om het snoer op te rollen. Daar zijn partijen het over eens.
2. Reason for survey
statement of factsvan de kapitein en de
chief officervan de Vera D ‘
During final adjustments, ladder unintentionally, reduced length back to “transportation mode”. Verder staat vast dat de matroos de ladder ‘verkeerd om’ heeft geplaatst (met het uitschuifbare deel aan de achterzijde in plaats van – zoals volgens het Van Ameyde rapport ‘
common/safe practise’ is – aan de voorzijde). Als de uitschuifladder op de gebruikelijke, veilige manier was geplaatst, had het ongeval zich niet voorgedaan (zie pagina 10, 3e alinea van onder van het Van Ameyde-rapport). Dan had het bovenste deel van de uitschuifladder niet naar achteren kunnen klappen (dan was het uitschuifbare deel alleen naar beneden gegleden). De matroos heeft aldus een veiligheidsnorm geschonden en een fout gemaakt. Daarmee is sprake van schuld van de Vera D in de zin van de onder b genoemde grond van het
Casuele/De Toekomst-arrest. De matroos heeft immers in de uitvoering van zijn werkzaamheden aan boord van de Vera D toen [naam2] al bezig was met het vastzetten van een container een uitschuifladder - in strijd met de ‘
common/safe practise’ - ‘verkeerd om’ tegen een container in laag drie van de naastgelegen rij geplaatst. ShipInvest is dus als eigenaar van de Vera D op grond van schadevaring in de zin van artikel 8:541 BW aansprakelijk jegens [naam2] .
Conclusie
catwalkswerkzaam te zijn/gaan wanneer daar ook anderen/derden/bemanningsleden werkzaam zijn en dat (ii) ILS hierover spreekt en overlegt met de terminals en hen verzoekt hier bij de planning rekening mee te houden. De communicatie over de planning van de werkzaamheden van ILS , de terminal en de scheepsleiding van de Vera D had dus beter gekund en gemoeten. Hiermee staat vast dat ILS niet met succes had kunnen betogen dat zij aan haar zorgplicht had voldaan.
jegens ILS, niet (tevens) jegens [naam2] . Voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van ShipInvest jegens ILS zijn gedragingen van [naam2] niet van belang, temeer omdat er geen sprake is van een verwijt van ShipInvest aan ILS dat ILS ShipInvest had moeten behoeden voor de nadelige effecten van (mogelijke) gedragingen van [naam2] . Overigens is de rechtbank hiervoor in r.o. 4.25 en 4.26 bij de beoordeling van de aansprakelijkheid van ILS jegens [naam2] op grond van artikel 7:685 BW al inhoudelijk ingegaan op de (beweerdelijke) beslissing van [naam2] om onder de trap te gaan lopen.