ECLI:NL:RBROT:2024:236

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
17 januari 2024
Zaaknummer
C/10/670795 / HA RK 23-1275
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van de vereffening van een ontbonden vennootschap op verzoek van de aandeelhoudster

Op 10 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van SV FURNITURE GROUP B.V. tegen SV Logistic services B.V. Het verzoek tot heropening van de vereffening van de ontbonden vennootschap werd ingediend door SV FURNITURE GROUP B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Obbeek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vennootschap op 5 juni 2023 is ontbonden en dat er na deze ontbinding nog baten aanwezig zijn, zoals blijkt uit een positief saldo op de bankrekening van de vennootschap. De rechtbank oordeelde dat de verzoekster, als enig aandeelhoudster en bestuurster van de vennootschap, belanghebbende is en bereid is om als vereffenaar op te treden. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en verzoekster benoemd tot vereffenaar, met de verplichting om haar optreden als vereffenaar in te schrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/670795 / HA RK 23-1275
Beschikking van 10 januari 2024 op het verzoek van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SV FURNITURE GROUP B.V.,
gevestigd te Lansingerland,
verzoekster,
advocaat mr. P. Obbeek te Delft.
tot heropening van de vereffening van:
de ontbonden besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SV Logistic services B.V.,
voorheen gevestigd te Lansingerland,
hierna: de vennootschap.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 14 december 2023, met producties 1 tot en met 6; en
  • bericht van verzoekster van 10 januari 2024, met de laatste statuten van de vennootschap.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek is gebaseerd op artikel 2:23c BW en strekt tot heropening van de vereffening van de vennootschap. Verzoekster verzoekt haarzelf, gevestigd te Lansingerland, tot vereffenaar te benoemen.
2.2.
De rechtbank is bevoegd op het verzoek te beslissen omdat de vennootschap voorheen statutair gevestigd was in het rechtsgebied van deze rechtbank.
2.3.
Uitgangspunt bij de beoordeling is het volgende. Indien na het tijdstip waarop een rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser of gerechtigde tot het saldo opkomt of van het bestaan van een bate blijkt, kan de rechtbank op verzoek van een belanghebbende de vereffening heropenen en zo nodig een vereffenaar benoemen (artikel 2:23c BW). Voor toewijzing van het verzoek is voldoende dat de door de verzoeker gestelde vordering en/of bate voldoende aannemelijk is om toewijzing van het verzoek te rechtvaardigen.
2.4.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat de vennootschap is opgehouden te bestaan. Bij de Kamer van Koophandel is namelijk geregistreerd dat de vennootschap op 5 juni 2023 is ontbonden.
2.5.
Het verzoekschrift en de overgelegde stukken maken het bestaan van baten na het tijdstip waarop de vennootschap is opgehouden te bestaan voldoende aannemelijk. Immers, uit het overgelegde rekeningafschrift van de Rabobank blijkt dat er nog een positief saldo staat op de bankrekening van de vennootschap.
2.6.
Verzoekster is belanghebbende bij de heropening van de vereffening, nu verzoekster enig aandeelhoudster en bestuurster van de vennootschap was voordat deze werd ontbonden en tegenwoordig bewaarder van de boeken en bescheiden van de vennootschap is.
2.7.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat verzoekster bereid is als vereffenaar op te treden.
2.8.
De rechtbank wijst daarom het verzoek toe, met benoeming van verzoekster tot vereffenaar.
2.9.
De vereffenaar dient zoals bepaald in artikel 2:23 lid 4 BW ervoor zorg te dragen dat haar optreden als vereffenaar ingeschreven wordt in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en zij moet daartoe de benodigde gegevens aan de Kamer van Koophandel verstrekken.
2.10.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

3.De beslissing

De rechtbank:
a. heropent de vereffening van het vermogen van de vennootschap;
benoemt verzoekster, gevestigd te Lansingerland, tot vereffenaar;
bepaalt dat de vereffenaar ervoor zorg dient te dragen dat zijn optreden als vereffenaar wordt ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.B. Smits en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.
[3718/3195]