Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- een gebiedsverbod als vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Wetboek van Strafrecht (Sr) voor de containerhavens Waalhaven en Maasvlakte voor een periode van twee jaren, op straffe van twee weken hechtenis per overtreding met in totaal maximaal zes maanden hechtenis. De officier van justitie verzoekt de vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
4.Waardering van het bewijs
voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden,
1 jaar;