ECLI:NL:RBROT:2024:281
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsongeschiktheid en proceskostenveroordeling in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. S. Igdeli, en het UWV, vertegenwoordigd door mr. C. Nobel, over de arbeidsongeschiktheid van eiseres. Eiseres had een WIA-uitkering ontvangen, maar het UWV heeft haar arbeidsongeschiktheid per 5 oktober 2021 vastgesteld op 67,13% en later gewijzigd naar 69,19% na een herbeoordeling. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van het UWV, waarin zij stelde dat haar beperkingen niet correct waren beoordeeld en dat de geselecteerde functies niet passend waren.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 11 december 2023 en heeft vastgesteld dat het UWV zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de medische situatie van eiseres. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 5 oktober 2021 overtuigend heeft gemotiveerd en dat er geen objectieve onderbouwing was voor verdergaande beperkingen. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres over de geselecteerde functies beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres 69,19% arbeidsongeschikt is.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het UWV veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,-. Tevens is het UWV verplicht om het griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden. De uitspraak biedt inzicht in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van medische rapportages in bestuursrechtelijke procedures.