In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 22 januari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiseres had haar aanvraag ingediend op 23 februari 2022, maar het UWV wees deze af met een primair besluit op 6 september 2022. Na bezwaar bleef het UWV bij deze afwijzing in een bestreden besluit van 11 april 2023. Eiseres heeft beroep ingesteld, waarbij zij aanvullende medische informatie heeft ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 11 december 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en het UWV aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres niet in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering, omdat zij beschikt over arbeidsvermogen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op zorgvuldige wijze de medische situatie van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat zij, ondanks haar beperkingen, in staat is om ten minste vier uur per dag te werken en ten minste één uur aaneengeschakeld kan werken. Eiseres betwist deze conclusies en stelt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest en dat haar klachten onvoldoende zijn meegewogen. De rechtbank oordeelt echter dat de rapportages van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen voldoende onderbouwd zijn en dat eiseres over basale werknemersvaardigheden beschikt.
De rechtbank wijst het beroep van eiseres af, waardoor zij geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.