In deze zaak, die zich afspeelt in Rotterdam, heeft de kantonrechter op 2 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [persoon A] en [persoon B] c.s. over gebreken in een huurwoning. [persoon A] huurt een appartement en klaagt al jaren over schimmelvorming, die door [persoon B] c.s., de verhuurders, niet adequaat is verholpen. De verhuurders stellen dat de gebreken voortkomen uit het gemeenschappelijke deel van het gebouw, waarvoor de Vereniging van Eigenaars (VvE) verantwoordelijk is. [persoon A] eist dat de gebreken worden hersteld en dat de huurprijs wordt verlaagd zolang de gebreken niet zijn verholpen. De kantonrechter oordeelt dat de verhuurders aansprakelijk zijn voor de gebreken, ook al zijn deze ontstaan in de gemeenschappelijke delen van het gebouw. De VvE is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter wijst de vordering van [persoon A] grotendeels toe, inclusief de eis om binnen 60 dagen een mechanische ventilatie te installeren en een huurprijsvermindering van 50% voor de afgelopen zes maanden. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van [persoon A] toegewezen. In de vrijwaringszaak wordt de VvE veroordeeld om de kosten te vergoeden die [persoon B] c.s. aan [persoon A] moeten betalen.