ECLI:NL:RBROT:2024:3067

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
10 april 2024
Zaaknummer
C/10/673844 / KG RK 24-189 (verlenging)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de duur van een voorlopig beslag in civiele procedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2024 een beschikking gegeven inzake de verlenging van een voorlopig beslag dat eerder was verleend aan de verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. De verzoekster had op 22 februari 2024 verlof gekregen om voorlopig beslag te leggen op de rechten van de belanghebbende, eveneens een besloten vennootschap. De voorzieningenrechter had in de eerdere beschikking bepaald dat het beslag op 15 maart 2024 om 12.00 uur zou vervallen, tenzij er voor die tijd een beschikking tot verlening van definitief verlof was betekend aan de belanghebbende.

Naar aanleiding van een verzoek van de verzoekster om aanhouding van de mondelinge behandeling in verband met schikkingsonderhandelingen, heeft de voorzieningenrechter op 12 maart 2024 de partijen gehoord. De verzoekster heeft aangegeven dat er een pandrecht zou zijn gevestigd door een investeringsmaatschappij en een bank op de in beslag genomen rechten. Na overleg met de betrokken partijen, waaronder de curator van de belanghebbende, is er geen bezwaar gemaakt tegen een verlenging van de termijn van het voorlopig beslag.

De voorzieningenrechter heeft vervolgens besloten om de termijn van het voorlopig beslag te verlengen tot 12 april 2024, onder de voorwaarde dat de verzoekster de beschikking tot termijnverlenging tijdig zou betekenen aan de belanghebbende en een proces-verbaal van de betekening zou inschrijven in het octrooiregister. De overige voorwaarden uit de eerdere beschikking blijven van kracht, en de voorzieningenrechter heeft alle overige beslissingen aangehouden. Deze beschikking is gegeven door mr. N. Doorduijn op 12 maart 2024.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/673844 / KG RK 24-189
Beschikking van de voorzieningenrechter van 12 maart 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
verzoekster,
advocaat mr. T. Hekman te Amsterdam,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
belanghebbende,
advocaat mr. R.P.A. de Wit te Amsterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als [verzoekster] en [belanghebbende] .

1.De beoordeling

1.1.
Bij beschikking van 22 februari 2024 (hierna: de beschikking) heeft de voorzieningenrechter aan [verzoekster] verlof verleend om voorlopig beslag te leggen ten laste van [belanghebbende] op de rechten zoals nader omschreven in de beschikking en het daarin genoemde verzoekschrift.
1.2.
In de beschikking is bepaald dat de voorzieningenrechter [verzoekster] , [belanghebbende] en de curator van [belanghebbende] . (hierna: de curator) zal horen voordat beslist wordt of het beslag definitief wordt. In de beschikking is verder bepaald dat het beslag op vrijdag 15 maart 2024 om 12.00 uur vervalt, tenzij voor dat tijdstip:
  • een beschikking die strekt tot verlening van definitief verlof is betekend aan [belanghebbende] , en
  • (ten aanzien van de octrooirechten) een proces-verbaal van definitieve beslaglegging is ingeschreven in het octrooiregister.
1.3.
Nadat [verzoekster] het voorlopige beslag heeft gelegd, is er een mondelinge behandeling gelast op 12 maart 2024. [verzoekster] heeft bij brief van 7 maart 2024 namens alle partijen aanhouding van de mondelinge behandeling verzocht in verband met schikkingsonderhandelingen. In die brief heeft [verzoekster] de voorzieningenrechter geïnformeerd dat [naam investeringsmaatschappij] en [naam bank] . (hierna: [naam investeringsmaatschappij] en [naam bank] ) een pandrecht stellen te hebben op de in beslag genomen rechten.
1.4.
Na een vraag van de voorzieningenrechter om verduidelijking heeft [verzoekster] bij email van 8 maart 2024 verzocht het aanhoudingsverzoek ook te verstaan als een impliciet verzoek om een aanvullende beschikking waarin de termijn van 15 maart 2024 wordt verlengd. [belanghebbende] , de curator, [naam investeringsmaatschappij] en [naam bank] hebben vervolgens desgevraagd bevestigd dat zij geen bezwaar hebben tegen inwilliging van dit impliciete verzoek.
1.5.
Gelet op het voorgaande verlengt de voorzieningenrechter de termijn van het voorlopig beslag en wel tot
vrijdag 12 april 2024 om 12.00 uur, op de voorwaarde dat [verzoekster] uiterlijk op
vrijdag 15 maart 2024 om 12.00 uur:
  • i) deze beschikking tot termijnverlenging doet betekenen aan [belanghebbende] , en
  • ii) (voor wat betreft de octrooirechten) een proces-verbaal van de onder (i) bedoelde betekening doet inschrijven in het octrooiregister.
1.6.
De overige voorwaarden uit de beschikking blijven onverminderd van kracht. Om misverstanden te voorkomen: dat betreft ook de in de beschikking bepaalde termijn voor dagvaarding; verlenging daarvan vereist een verzoek daartoe van de beslaglegger (zie artikel 700 Rv) en dat is (nog) niet gedaan.
1.7.
Alle overige beslissingen worden aangehouden.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
( a) verlengt de termijn van het voorlopige beslag tot
vrijdag 12 april 2024, 12.00 uuren bepaalt dat het beslag alsdan vervalt, tenzij voor dat tijdstip:
(i) een beschikking die strekt tot verlening van definitief verlof is betekend aan [belanghebbende] , en
(ii) (ten aanzien van de octrooirechten) een proces-verbaal van definitieve beslaglegging is ingeschreven in het octrooiregister;
( b) bepaalt dat [verzoekster] uiterlijk op
vrijdag 15 maart 2024, 12.00 uur:
(i) deze beschikking tot termijnverlenging moet doen betekenen aan [belanghebbende] , en
(ii) (voor wat betreft de octrooirechten) een proces-verbaal van de onder (b).(i) bedoelde betekening moet doen inschrijven in het octrooiregister,
bij gebreke waarvan deze verlenging haar geldigheid verliest;
( c) verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
( d) houdt alle overige beslissingen aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. N. Doorduijn op 12 maart 2024.
1876/1734