3.1.Concordia vordert om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde partij] ieder voor zich en hoofdelijk:
Ten aanzien van het ingeroepen opschortings- en retentierecht
1. te verbieden zich vanwege prijsstijgingen en/of een vordering tot verhoging van de contractueel overeengekomen prijs om welke reden dan ook te beroepen op opschorting of staking van het werk dan wel op welk ander recht dan ook alsmede te verbieden om een retentierecht dan wel welk ander recht dan ook in te roepen ten aanzien van de projecten nrs. 1, 2 en 3 totdat over deze vermeende vordering of vorderingen van [gedaagde partij] in een door hen aan te spannen bodemprocedure is beslist, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 10.000.000,00,
2. te veroordelen tot het onverkort voortzetten van de werkzaamheden ten aanzien van de projecten nrs. 1, 2 en 3 zonder daarbij ten aanzien van elk van deze projecten een beroep te doen op opschorting of staking van het werk dan wel op welk ander recht dan ook alsmede te verbieden om een retentierecht dan wel welk ander recht dan ook in te roepen ten aanzien van de projecten nrs. 1, 2 en 3, totdat over deze vermeende vordering of vorderingen van [gedaagde partij] in een door hen aan te spannen bodemprocedure is beslist, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 10.000.000,00,
Ten aanzien van de levering van de schepen
Primair
3. te veroordelen de schepen ten aanzien van de projecten nrs. 1, 2 en 3 te leveren in afgebouwde staat zoals omschreven in de respectievelijke overeenkomsten in Werkendam op uiterlijk:
1. ten aanzien van het schip in het kader van project nr. 1: 28 februari 2024;
2. ten aanzien van het schip in het kader van project nr. 2: 31 januari 2024;
3. ten aanzien van het schip in het kader van project nr. 3: 31 maart 2024,
en [gedaagde partij] daarbij per schip c.q. project te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 100.000,00 voor elke dag dat zij niet aan deze onder 3 (primair) van het petitum genoemde veroordeling voldoen met een maximum van € 10.000.000,00.
Subsidiair
te veroordelen de schepen ten aanzien van de projecten nrs. 1, 2 en 3 te leveren in afgebouwde staat zoals omschreven in de respectievelijke overeenkomsten in Werkendam op een door de voorzieningenrechter te bepalen en vast te stellen datum en [gedaagde partij] daarbij per schip c.q. project te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 100.000,00 voor elke dag dat zij niet aan deze onder 3 (subsidiair) van het petitum genoemde veroordeling voldoen met een maximum van € 10.000.000,00.
Uiterst subsidiair
te veroordelen de schepen ten aanzien van de projecten nrs. 1, 2 en 3 te leveren in afgebouwde staat zoals omschreven in de respectievelijke overeenkomsten in Werkendam.
Met veroordeling van [gedaagde partij] in de kosten van dit geding.