Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uren;
- verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto, handtassen en portemonnee.
4.Waardering van het bewijs
zij op 9 juni 2022, te Delft,
(
eencontant geldbedrag ad Eur 12.200,00), voorhanden heeft gehad en
/ofheeft overgedragen, terwijl zij wist dat dit geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk /of middellijk, afkomstig was uit enig misdrijf;
zij in de periode van 9 juni 2022 tot en met 7 november 2022, in Nederland,
een voorwerp (personenauto, merk/type Volkswagen Polo, kenteken: [kenteken 1] ), voorhanden heeft gehad of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl zij wist dat dit voorwerp, middellijk, afkomstig was uit enig misdrijf.
5.Strafbaarheid feiten
1.witwassen;
2.witwassen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstraf voor de duur van 100 (honderd) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
vervangende hechteniszal worden toegepast
voor de duur van 50 (vijftig) dagen;
zij op of omstreeks 9 juni 2022, te Rotterdam en/of te Delft, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
één of meerdere voorwerpen (contant geldbedrag ad Eur 12.200,00), voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel en/of gedeeltelijk, onmiddellijk en/of middellijk, afkomstig was c.q. waren uit enig misdrijf en/of uit enig eigen misdrijf;
zij op of omstreeks in de periode van 9 juni 2022 tot en met 7 november 2022, te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
een voorwerp (personenauto, merk/type Volkswagen Polo, kenteken: [kenteken 1] ), voorhanden heeft gehad en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl zij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was uit enig misdrijf of uit enig eigen misdrijf;
zij op of omstreeks 1 september 2022, te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
één of meerdere voorwerpen (kleding, schoeisel, tassen, zonnebrillen, mutsen, petten, sjaals*), voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel en/of gedeeltelijk, onmiddellijk en/of middellijk, afkomstig was c.q. waren uit enig misdrijf en/of uit enig eigen misdrijf.