ECLI:NL:RBROT:2024:3466

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
17 april 2024
Zaaknummer
ROT 23/2438
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake Wajong-uitkering en arbeidsvermogen

Op 2 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een hersteluitspraak gedaan in de zaak ROT 23/2438, die betrekking heeft op een eerdere uitspraak van 22 januari 2024. In deze eerdere uitspraak was een kennelijke misslag geconstateerd, waarbij per abuis was vermeld dat eiseres geen arbeidsvermogen had. De rechtbank heeft vastgesteld dat dit een eenvoudige fout was die gecorrigeerd kon worden. De zaak betreft een Wajong-uitkering, waarbij de rechtbank moest beoordelen of de afwijzing van de aanvraag door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen terecht was.

In de hersteluitspraak is de inleiding en rechtsoverweging 4 aangepast. De rechtbank heeft nu vastgesteld dat eiseres wel degelijk arbeidsvermogen heeft, wat van belang is voor de beoordeling van de aanvraag voor de Wajong-uitkering. De rechtbank heeft de tekst van de eerdere uitspraak gecorrigeerd, zodat deze nu correct weergeeft dat de aanvraag is afgewezen omdat eiseres arbeidsvermogen heeft. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen, maar de rechter, mr. M. Zoethout, heeft de uitspraak wel gedaan.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/2438

uitspraak van de enkelvoudige kamer ter verbetering van de uitspraak van22 januari 2024, zaaknummer 23/2438, in de zaak tussen

[eiseres] , uit Rotterdam, eiseres,

gemachtigde: mr. H.A.T. Vijftigschild,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder,
gemachtigde: mr. W. Smith.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt vast dat haar uitspraak van 22 januari 2024 een kennelijke misslag bevat die zich voor eenvoudig herstel leent. Die misslag heeft betrekking op de inleiding en rechtsoverweging 4, waarin per abuis is vermeld dat eiseres
geenarbeidsvermogen heeft.
2. Zoals uit rechtsoverwegingen 2.2 en 7.3 volgt had in de betreffende rechtsoverwegingen moeten staan dat eiseres arbeidsvermogen heeft.

Beslissing

De rechtbank verbetert haar uitspraak van 22 januari 2024, ROT 23/2438, de inleiding en rechtsoverweging 4, dan ook als volgt.
Onder ‘Inleiding’ wordt opgenomen:
“ (…)
Met het bestreden besluit van 1 maart 2023 heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard, omdat eiseres arbeidsvermogen heeft.
(…)
in plaats van:
“ (…)
Met het bestreden besluit van 1 maart 2023 heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard, omdat eiseres geen arbeidsvermogen heeft.
(…)
En in rechtsoverweging 4. wordt opgenomen:

4. De rechtbank moet beoordelen of verweerder bij het bestreden besluit terecht de aanvraag van eiseres om een Wajong-uitkering heeft afgewezen, omdat eiseres arbeidsvermogen heeft.
in plaats van:

4. De rechtbank moet beoordelen of verweerder bij het bestreden besluit terecht de aanvraag van eiseres om een Wajong-uitkering heeft afgewezen, omdat eiseres geen arbeidsvermogen heeft.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van
mr. Y.W. Geerts, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 2 april 2024.
De griffier is verhinderd de uitspraak
te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: