In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tot ontslag van Partiar B.V. als executeur van de nalatenschap van [erflater]. [erflater], geboren op [geboortedatum] 1933, overleed op 8 april 2021 in Warmond. In zijn testament zijn zijn echtgenote en vier kinderen, waaronder [verzoekster], als erfgenamen benoemd. Partiar B.V. was op 29 augustus 2022 door de rechter benoemd als executeur van de nalatenschap.
[verzoekster] heeft de kantonrechter verzocht om Partiar te ontslaan als executeur op grond van gewichtige redenen, zoals bedoeld in artikel 4:149 lid 1 onder f en lid 2 BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verhoudingen tussen de erfgenamen en de executeur verstoord zijn geraakt, wat heeft geleid tot een vertrouwensbreuk. Partiar heeft erkend dat er geen verweer gevoerd zal worden en heeft ingestemd met het verzoek tot ontslag. Belanghebbenden [belanghebbende 1] en [belanghebbende 3] hebben in hun e-mails hun steun voor het verzoek tot ontslag uitgesproken.
De kantonrechter heeft Partiar ontslagen als executeur en benadrukt dat Partiar verplicht is om rekening en verantwoording af te leggen aan de erfgenamen, zoals voorgeschreven in artikel 4:151 BW. De kantonrechter heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat [verzoekster] dit onderdeel van het verzoek heeft ingetrokken. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M. Fiege.