ECLI:NL:RBROT:2024:3719
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2024 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2006, die ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige, die op 13 september 2024 zal plaatsvinden. De moeder van de minderjarige is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, maar is wel correct opgeroepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er al lange tijd geen zicht is op de minderjarige en haar moeder, wat de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige vergroot. De Raad heeft aangegeven dat de schoolgang van de minderjarige stil ligt en dat er dringend hulp nodig is om haar te ondersteunen in deze kritieke periode.
De kinderrechter heeft de feiten en de standpunten van de betrokken partijen, waaronder de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, in overweging genomen. De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn vervuld, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen van de Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 3 april 2024 tot 13 september 2024, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. A. Verweij, in aanwezigheid van de griffier L.N. van Geest.