Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de akte met aanvullende producties van Waymore;
- de brief van de rechtbank van 11 juli 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 29 november 2023 en de daar overgelegde spreekaantekeningen van partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
ervoor gekozen heeft om de reeds gemaakte ontwerpen niet te laten produceren” en deze “
keus telefonisch aan de agent van [naam01] medegedeeld” heeft (conclusie van antwoord randnummer 3.10). Ter zitting heeft Ultraviolet bij monde van [naam04] nader verklaard: “
Ik heb alleen telefonisch beëindigd. Ik heb gezegd dat ik er op deze manier niet mee door wilde gaan”. Ultraviolet heeft niet duidelijk gemaakt wanneer dit telefoongesprek precies zou zijn gevoerd, maar de rechtbank begrijpt dat dit volgens Ultraviolet kort na een uitzending op 6 november 2022 van het tv-programma “ [tv-programma01]” (waarin [naam02] heeft erkend vreemd te zijn gegaan) geweest is.
Het zit hem in de gedragingen van partijen na afloop van het telefoongesprek” en “
als er twee partijen zijn die geen uitvoering geven aan de overeenkomst, is er beëindigd” heeft bedoeld te stellen dat de overeenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd, is deze stelling onvoldoende onderbouwd. Waymore heeft immers gemotiveerd betwist dat Ultraviolet in november 2022 telefonisch enige beëindigingsmededeling heeft gedaan en daarbij verwezen naar hiervoor onder 2.7 tot en met 2.11 weergegeven e-mailberichten. Deze e-mailberichten ondersteunen de lezing van Waymore meer dan de stelling van Ultraviolet. Weliswaar heeft Waymore ter zitting verklaard dat zij na november 2022 dacht “
dit verhaal is dood”, maar zij heeft ook verklaard toen te hebben geconcludeerd dat haar enkel nog de weg naar de rechter restte. Dat weerspreekt instemming van Waymore met enige beëindiging op dat moment.