ECLI:NL:RBROT:2024:4080

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 mei 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
24/3194
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag eenmalige energietoeslag 2023 door college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 mei 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 door het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee. Eiser had op 2 december 2023 een aanvraag ingediend, maar het college heeft deze afgewezen op basis van het feit dat zijn inkomen op de peildatum in november 2023 te hoog was. Partijen waren het erover eens dat het inkomen van eiser boven de 120% van de bijstandsnorm lag, waardoor hij niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag.

Eiser heeft tijdens de zitting aangevoerd dat deze situatie onevenredig nadelig voor hem is, vooral omdat hij in 2022 wel de energietoeslag had ontvangen, ondanks dat zijn inkomen toen ook te hoog was. Hij heeft aangegeven dat hij moeite heeft om rond te komen en dat hij sinds december 2023 de verwarming niet meer aan heeft gedaan uit angst voor hoge energiekosten. Het college heeft echter gesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de Beleidsregel rechtvaardigen, en dat eiser niet in aanmerking komt voor een gedeeltelijke tegemoetkoming vanwege het ‘alles-of-niets’-beleid.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de afwijzing van de aanvraag kunnen rechtvaardigen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen recht heeft op de energietoeslag en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/3194
uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 mei 2024 op het beroep in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee, het college

(gemachtigde: [persoon A] ).

Inleiding

1. Met het besluit van 15 januari 2024 heeft het college eisers aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 19 maart 2024 op het bezwaar van eiser is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld (ROT 24/3194). Ook heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen (ROT 24/3195).
2. Het college heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Waar gaat het in deze zaak om?
4. Eiser heeft op 2 december 2023 een aanvraag ingediend voor de eenmalige energietoeslag 2023. Het college stelt dat eiser hiervoor niet in aanmerking komt, omdat zijn inkomen te hoog is. Eiser is het hier niet mee eens. Hij heeft tijdens de zitting het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft vervolgens met instemming van partijen eisers beroep wel op zitting behandeld.
Wat vindt de voorzieningenrechter van deze zaak?
5. De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
6. De wetgever heeft gemeentes de bevoegdheid gegeven om in 2023 een eenmalige energietoeslag toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen. Gemeentes hebben daarbij de vrijheid gekregen om de voorwaarden voor de energietoeslag zelf nader in te vullen. Het college heeft de voorwaarden voor de gemeente Goeree-Overflakkee neergelegd in de Tijdelijke beleidsregel eenmalige energietoeslag Goeree-Overflakkee 2023 (Beleidsregel).
7. Volgens de Beleidsregel komt een aanvrager in aanmerking voor een energietoeslag als zijn inkomen in november 2023 (peildatum) niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. [1]
8. Partijen zijn het erover eens dat eisers inkomen in november 2023 hoger was dan 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm. Dit betekent dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de eenmalige energietoeslag.
9. Eiser heeft aangevoerd dat dit onevenredig nadelig voor hem uitpakt. Zijn inkomen was in 2022 ook te hoog en toen heeft hij de eenmalige energietoeslag wel gekregen. Zijn pensioen is voor het eerst in 15 jaar gestegen, toch loopt hij nog steeds achter op de inflatie. Eiser heeft moeite om rond te komen. Hij heeft sinds december 2023 de verwarming niet meer aan gedaan, omdat hij bang is dat hij zijn energierekening dan niet kan betalen. Verder heeft eiser verklaard dat hij al geholpen is als hij slechts een deel van de energietoeslag krijgt in plaats van het volledige bedrag van € 1.300,-.
10. Het college heeft tijdens de zitting uitgelegd dat er bijzondere omstandigheden kunnen zijn op basis waarvan kan worden afgeweken van de Beleidsregel. Hierbij kan gedacht worden aan mensen die in de schuldsanering zitten of die vanwege medische redenen meer moeten stoken dan gemiddeld. Volgens het college had eiser in 2022 schulden en kwam hij daarom in 2022 wel in aanmerking voor de eenmalige energietoeslag. Tijdens een gesprek in maart 2023 bleek dat eiser op dat moment geen schulden meer had. Daarnaast zou mogelijk afgeweken kunnen worden van de Beleidsregel als eiser nét boven de genoemde inkomensgrens zou zitten, daarvan is bij eiser echter geen sprake. Zijn inkomen in november 2023 was namelijk € 155,- te hoog.
11. De voorzieningenrechter is daarom niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan eiser toch in aanmerking zou moeten komen voor de eenmalige energietoeslag 2023. Verder geldt bij het college een ‘alles of niets’-beleid, waardoor eiser ook niet in aanmerking komt voor een gedeeltelijke tegemoetkoming van de energietoeslag.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser niet in aanmerking komt voor de eenmalige energietoeslag 2023. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2024.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te tekenen
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 2, tweede lid, van de Beleidsregel.