Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam 1]en
[handelsnaam 2],
[handelsnaam 3]en
[handelsnaam 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 september 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de mail van gedaagden van 9 oktober 2023, met één bijlage;
- de mail van gedaagden van 3 november 2023, met bijlagen;
- de akte wijziging van eis met bijlagen;
- de mail van gedaagden van 11 maart 2024, met bijlagen.
2.De feiten
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat met betrekking tot het gehuurde sprake is van een huurovereenkomst ex artikel 7:290 BW, welke per april 2020 is ingegaan;
- voor recht te verklaren dat deze huurovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd;
- voor recht te verklaren dat gedaagden niet gerechtigd zijn om het gehuurde te ontruimen, te beschadigen of te wijzigen zodanig dat het huurgenot niet meer op dezelfde wijze kan worden uitgevoerd, en vast te stellen dat gedaagden aansprakelijk zijn voor de door [eiseres] geleden schade die hier uit voortkomt;
- deze schade vast te stellen op € 31.000,-;
- gedaagden te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van € 925,- met rente;
- gedaagden te veroordelen in de proceskosten en nakosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.