Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 mei 2024 in de zaak tussen
en [verzoekster](verzoekster), uit [plaatsnaam], tezamen verzoekers
Rechtbank Rotterdam
Op 7 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen verzoekers, een gezin dat tijdelijk in een opvanglocatie verbleef, en de burgemeester van Voorne aan Zee. De burgemeester had op 11 april 2024 besloten dat verzoekers hun opvanglocatie moesten verlaten en zich moesten melden bij een andere opvanglocatie in Rotterdam. Dit besluit werd genomen na een incident waarbij de dochter van verzoekers was aangereden, wat leidde tot bedreigingen door verzoeker aan andere bewoners. Verzoekers maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen om een voorlopige voorziening, zodat zij tot zes weken na de beslissing op hun huidige locatie konden blijven.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester het besluit niet voldoende had onderbouwd met relevante stukken en dat hij niet bevoegd was om verzoekers naar een opvanglocatie buiten de gemeente te verplaatsen. De burgemeester had enkel verwezen naar een huisreglement en een e-mail, maar er ontbraken belangrijke documenten die de noodzaak van de verplaatsing konden onderbouwen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het besluit van de burgemeester geschorst moest worden tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, waardoor verzoekers weer op de opvanglocatie in hun gemeente konden verblijven. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan verzoekers.