Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verzoek
2.De beoordeling
(…) vanwege de beslaglegging op het onroerendgoed te Nieuw-Lekkerland door de belastingdienst in 2018 verricht de stichting geen activiteiten meer. (…)”. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, lijkt het er op dat verzoeker niet pas nádat de Stichting is opgehouden te bestaan van het bestaan van het perceel grond in Nieuw-Lekkerkerk en dus van de bate op de hoogte is gekomen. Op zichzelf hoeft dit niet aan heropening van de vereffening in de weg te staan. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat wat eerder bekend was onvoldoende werd geacht om de bate als reëel bestaand aan te merken (zie Hoge Raad 2 oktober 1998,
LJNZC2727,
NJ1999/194 (FNV/Ventaz Engineering)), maar dat heeft verzoeker niet gesteld of toegelicht.
3.De beslissing
21 mei 2024schriftelijk uit te laten over wat hiervoor in overwegingen 2.3. en 2.4. staat;