Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 mei 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
gemachtigde: mr. R. Duivenvoorde.
Procedure
Het geschil
Eiser heeft hierin volhard, ook nadat [persoon B] hem heeft verteld dat als hij weigert deel te nemen aan het traject, er mogelijk een maatregel wordt opgelegd. Eiser heeft verklaard te doen wat hij wil.
per 1 mei 2023. In het contract staat dat de werkgever het halen van een rijbewijs zal vergoeden (eiser heeft geen rijbewijs). Ook is daarin opgenomen dat de werktijden in onderling overleg zullen worden vastgesteld.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
Beslissing
mr.M. Lammerse, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 mei 2024.
Informatie over hoger beroep
de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waaropdeze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.