3.2.Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat de Auris Hildernisseschool niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school is. Uit informatie van de afdeling Leerlingenvervoer blijkt dat Auris Taalfontein de dichtstbijzijnde toegankelijke school is voor eiser.
4. Eiser heeft tijdens de bezwaarprocedure ook al een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Bij uitspraak van 8 maart 2024 met zaaknummer ROT 24/1739 heeft de voorzieningenrechter dit verzoek afgewezen vanwege het ontbreken van spoedeisend belang.
5. Naar vaste rechtspraak is de beslissing op een verzoek om een voorlopige voorziening tijdens de bezwaarprocedure in beginsel bedoeld om te gelden totdat op het bezwaar is beslist en – wanneer vervolgens beroep wordt ingesteld – de rechtbank op dat beroep heeft beslist. Als hangende dat bezwaar of beroep opnieuw om een voorlopige voorziening wordt verzocht, terwijl het standpunt van het bestuursorgaan ongewijzigd is gebleven, is er in beginsel geen aanleiding het eerder gegeven voorlopig oordeel over de uitkomst van de bodemprocedure opnieuw te bezien. Dit is slechts anders als er sprake is van ernstige onvolkomenheden in de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter dan wel van een belangrijke wijziging van de relevante feiten en omstandigheden.
6. De overgelegde verklaring van de orthopedagoog van Auris van 8 maart 2024 is een nieuw feit ten opzichte van de laatste voorlopige voorzieningenprocedure.
In deze verklaring staat het volgende:
“Zoals vermeldt in de vervoersbrief van PPO is [voornaam kind] per 21-08-2023 gestart op de Auris Hildernisseschool. In samenspraak met moeder en Auris Taalfontein kon de Auris Hildernisseschool, onderwijs voor kinderen met een communicatieve beperking, destijds het beste tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van [voornaam kind] .
[voornaam kind] had behoefte aan intensieve logopedische behandeling, geïntegreerd in het hele onderwijsproces, gericht op het uitbreiden van het taalbegrip, het verbeteren van de uitspraak en de zinsbouw. Op dit moment zien we dat de onderwijsbehoeften gericht op spraak-taal niet langer op de voorgrond staan en het intensieve cluster 2 onderwijs niet meer passend is, Gezamenlijk gaan we op zoek naar een passende onderwijssetting voor [voornaam kind] .”
Op de zitting is desgevraagd toegelicht dat men bezig is te zoeken naar een andere school voor eiser, maar dat onduidelijk is wanneer hij op een andere school kan worden geplaatst. De voorzieningenrechter concludeert dat uit de verklaring van de orthopedagoog blijkt dat de Auris Hildernisseschool wat betreft het onderwijsaanbod op dit moment niet de meest geschikte school voor eiser is.
7. Op de zitting is namens eiser gesteld dat het college eerder wel leerlingenvervoer aan eiser heeft toegekend, namelijk voor het vervoer naar de Auris Taalfontein. Zelfs als hiervan zou worden uitgegaan, betekent dit nog niet dat het college in de onderhavige procedure niet aan eiser kan tegenwerpen dat Auris Taalfontein de dichtstbijzijnde toegankelijke school is. Zoals blijkt uit de stukken en uit wat op zitting is besproken, hebben Auris Taalfontein en de Auris Hildernisseschool hetzelfde onderwijsaanbod en heeft eiser niet aangetoond dat de dichtstbijzijnde school (Auris Taalfontein) niet toegankelijk is vanwege het niet kunnen bieden van het noodzakelijke specifieke onderwijsaanbod. De voorzieningenrechter verwijst in dit verband naar het bepaalde in artikel 8, vierde lid, aanhef en onder b, van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam.
De overgelegde brief van de gedragswetenschapper van het Passend Primair Onderwijs (PPO) van 23 november 2023 waarin staat dat de Auris Hildernisseschool het beste tegemoet komt aan de onderwijsbehoeften van eiser leidt niet tot een ander oordeel. Het college heeft er in het verweerschrift van 30 april 2024 op gewezen dat uit de Wet op de Expertisecentra blijkt dat voor instellingen voor cluster 1 en cluster 2 (dus ook voor de Auris Hildernisseschool) geldt dat de commissie van onderzoek beoordeelt of een leerling in aanmerking komt voor onderwijs. Het PPO heeft hierbij geen adviserende of andere rol.
Toepassing van artikel 8:86 van de Awb
8. Omdat de voorzieningenrechter vindt dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, zal artikel 8:86 van de Awb worden toegepast en zal meteen op het beroep worden beslist. In wat namens eiser naar voren is gebracht ziet de voorzieningenrechter geen reden voor het oordeel dat het college de onderhavige aanvraag voor aangepast leerlingenvervoer ten onrechte niet heeft ingewilligd.