Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de betekende dagvaarding van 16 mei 2024, met 14 producties;
- de mondelinge behandeling op 23 mei 2024.
2.De vordering
3.De beoordeling
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 24 mei 2024 een kort geding uitgesproken. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.G.H. Langeweg, heeft een vordering ingediend tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De procedure begon met een betekende dagvaarding op 16 mei 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 23 mei 2024. De eiser vorderde onder andere een locatieverbod en een contactverbod tegen de gedaagde, met de mogelijkheid van een dwangsom en machtiging tot gebruik van de sterke arm van politie en justitie.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in het ongelijk is gesteld en heeft verstek verleend. De vorderingen van de eiser zijn grotendeels toegewezen. Het locatieverbod houdt in dat de gedaagde gedurende twee jaar na betekening van het vonnis zich niet mag bevinden binnen een straal van 300 meter van de woning en het werk van de eiser. Daarnaast is het gedaagde verboden om op enige wijze contact op te nemen met de eiser. De voorzieningenrechter heeft ook een dwangsom opgelegd van € 500,00 per overtreding, met een maximum van € 25.000,00.
De rechter heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is van ernstig onrechtmatig handelen door de gedaagde, wat de toewijzing van de vorderingen rechtvaardigt. De kosten van de procedure zijn voor rekening van de gedaagde, die in totaal € 1.349,72 moet betalen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiser direct gebruik kan maken van de opgelegde maatregelen.