ECLI:NL:RBROT:2024:5033

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
11009880
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in huurovereenkomst met betrekking tot huurachterstand en huurverhogingen

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is de coöperatie Birds Residential Coöperatief U.A. (hierna 'Birds') eiseres in een procedure tegen een gedaagde die niet is verschenen. Birds vordert betaling van een huurachterstand van € 2.642,72, berekend tot en met maart 2024, en heeft daarbij de kantonrechter verzocht om de gedaagde te veroordelen tot betaling van deze achterstand, inclusief rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De procedure is gestart met een dagvaarding op 18 maart 2024, gevolgd door een rolbeslissing op 16 april 2024 en een brief van Birds op 21 mei 2024.

De kantonrechter heeft in de rolbeslissing voorlopig geoordeeld dat er een oneerlijk huurprijswijzigingsbeding in de huurovereenkomst staat, dat Birds de huur mag verhogen met het landelijk vastgestelde maximum voor sociale huur of met de consumentenprijsindex, met een maximum van 5%. Birds heeft niet gereageerd op dit voorlopige oordeel, waardoor de kantonrechter dit oordeel handhaaft. In reactie op de rolbeslissing heeft Birds een overzicht van de huurverhogingen sinds juli 2020 toegestuurd, maar de kantonrechter heeft geconstateerd dat het onduidelijk is hoe deze verhogingen zijn berekend. Birds moet duidelijk maken met welke percentages de huur is verhoogd en op basis waarvan.

Daarnaast heeft de kantonrechter opgemerkt dat er een huurverhoging van € 10,- per september 2023 is doorgevoerd, die niet in de brief van Birds is vermeld. Birds heeft ook aangegeven dat zij sinds 3 december 2019 eigenaar is, maar heeft niet verduidelijkt wat dit betekent voor de zaak. De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 25 juni 2024, zodat Birds zich kan uitlaten over de onduidelijkheden. De beslissing om de zaak te verwijzen is genomen met het oog op het verkrijgen van meer duidelijkheid over de huurverhogingen en de achterstand.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11009880 CV EXPL 24-8262
datum uitspraak: 28 mei 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de coöperatie
Birds Residential Coöperatief U.A.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.L.B. Hundscheidt,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘Birds’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 18 maart 2024, met bijlagen;
  • de rolbeslissing van 16 april 2024;
  • de brief van Birds van 21 mei 2024, met een bijlage.

2.De beoordeling

Wat is de vordering?
2.1.
[gedaagde] huurt een woning van Birds. Volgens Birds is er sprake van een huurachterstand van € 2.642,72, berekend tot en met maart 2024. Zij vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt om die achterstand te betalen, met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
Birds moet concreet maken hoe zij de huur verhoogd heeft
2.2.
In de rolbeslissing heeft de kantonrechter voorlopig geoordeeld dat in de huurovereenkomst een oneerlijk huurprijswijzigingsbeding staat. Daarin staat namelijk dat Birds de huur mag verhogen met het landelijk vastgestelde maximum voor sociale huur, of met de consumentenprijsindex, in beide gevallen te verhogen met maximaal 5% (artikel 10.1). Birds heeft niet gereageerd op dat voorlopige oordeel. Daarom blijft de kantonrechter daarbij.
2.3.
Birds heeft in reactie op de rolbeslissing een overzicht toegestuurd met de huurverhogingen die zij heeft toegepast vanaf juli 2020. De kantonrechter ziet dat die lager zijn dan de maximale verhogingen die Birds mocht toepassen op basis van het oneerlijke beding, maar het is de kantonrechter onduidelijk hoe Birds haar huurverhogingen dan wel heeft berekend. Daarover heeft Birds niets gesteld.
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat Birds niet kan volstaan met het overleggen van een lijstje met bedragen en het aan de kantonrechter overlaten wat zij hiermee wil zeggen. Het is aan Birds om te stellen met welke percentages zij de huur heeft verhoogd, waar dat op is gebaseerd en tot welke conclusie dit volgens haar moet leiden.
2.5.
De kantonrechter merkt verder op dat uit de specificatie bij de dagvaarding blijkt dat de huur ook nog per september 2023 is verhoogd met € 10,-. Deze verhoging ontbreekt in de brief van Birds. Birds mag zich er ook over uitlaten waar die verhoging op gebaseerd is.
2.6.
Birds heeft ten slotte geschreven dat zij wil benadrukken dat zij sinds 3 december 2019 eigenaar is. Ze heeft niet concreet gemaakt wat dit volgens haar betekent voor deze zaak.
2.7.
De kantonrechter verwijst de zaak naar de rolzitting van 25 juni 2024 om 11.30 uur, zodat Birds zich alsnog kan uitlaten over deze punten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 25 juni 2024 om 11.30 uurzodat Birds zich uit kan laten over de punten die zijn genoemd in 2.3-2-6;
3.2.
houdt alle overige beslissingen aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
33394