Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 september 2023, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek met een eisvermindering, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiseres, een zorgverzekeraar, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die zonder bekende woon- of verblijfplaats is. De vordering betreft een onbetaalde factuur van € 184,36 aan eigen risico, die gedaagde in 2020 verschuldigd was. Eiseres heeft de vordering ter incasso uit handen gegeven aan haar gemachtigde, GGN Mastering Credit B.V., nadat betaling uitbleef. Gedaagde heeft de verschuldigdheid van het eigen risico erkend en heeft op 3 oktober 2023 het bedrag van € 184,36 betaald, maar betwist de bijkomende kosten, omdat zij geen aanmaningen zou hebben ontvangen. Eiseres heeft echter gesteld dat zij diverse aanmaningen heeft verzonden, waaronder naar het door gedaagde opgegeven e-mailadres.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet heeft gereageerd op de repliek van eiseres en dat zij niet is verschenen op de rolzitting. Hierdoor moet de kantonrechter uitgaan van de juistheid van de stellingen van eiseres. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde nog € 63,01 met rente aan eiseres moet betalen, naast een proceskostenvergoeding van € 355,99. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke kosten, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
De beslissing van de kantonrechter is als volgt: gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 63,01 met wettelijke rente, tot betaling van de proceskosten van € 355,99, en het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Al het andere is afgewezen.