Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
- de moeder en haar advocaat;
- mw. [persoon A] ;
Rechtbank Rotterdam
Op 27 februari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2020, in een crisispleeggezin. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, die de aanvraag indiende. De moeder van de minderjarige, die onder toezicht staat, heeft in het verleden te maken gehad met persoonlijke problematiek, waaronder een gedwongen opname en medicatiegebruik. Ondanks deze uitdagingen heeft de moeder positieve stappen gezet, zoals het volgen van een cursus 'positive parenting' en het naleven van afspraken met haar hulpverleners.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de omgang tussen de moeder en de minderjarige zorgwekkend verloopt. De minderjarige vertoont angstig gedrag en heeft moeite met het aangaan van contact met haar moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, hoewel de moeder vooruitgang boekt, de huidige situatie van de minderjarige in het pleeggezin niet perspectiefbiedend is. De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 6 september 2024, met de nadruk op het belang van de minderjarige en de noodzaak om de omgang te verbeteren.
De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling opgedragen om te onderzoeken hoe de omgang kan worden uitgebreid en om te kijken naar andere mogelijkheden voor observatie. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beschikking onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De kinderrechter heeft de zaak in het openbaar behandeld en de beschikking is op schrift gesteld op 5 maart 2024.