In deze zaak heeft Stedin Netbeheer B.V. als netbeheerder een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] wegens het ontbreken van een leveringsovereenkomst met een energieleverancier. Stedin heeft meerdere malen geprobeerd [gedaagde01] te bewegen om een dergelijke overeenkomst af te sluiten, maar zonder succes. Uiteindelijk heeft Stedin, na het indienen van de dagvaarding op 18 april 2023, haar eis verminderd en vorderde zij enkel nog de buitengerechtelijke incassokosten van € 120,00, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] niet heeft gereageerd op de stellingen van Stedin en dat hij pas na de start van de procedure een leveringsovereenkomst heeft gesloten. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde01] in gebreke is gebleven en dat de redelijke kosten die Stedin heeft gemaakt om [gedaagde01] te bewegen tot het sluiten van een overeenkomst voor rekening van [gedaagde01] komen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn door de kantonrechter als redelijk beoordeeld.
De kantonrechter heeft [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van € 120,00 aan Stedin, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft [gedaagde01] ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 332,82. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Stedin het vonnis kan uitvoeren voordat het onherroepelijk is geworden.