Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 4],
1.De procedure
2.De feiten
- [voornaam gedaagde 4][vzr: [gedaagde 4] ]
will take out a loan of EUR 200.000 and will put his property as a security against this loan. - The loan will be recorded as a liability on the balance sheet and the cash will be transferred to Turkey to close the toxic loan [persoon A] and [persoon B] have running. All official bank documentation from this loan must be send to [voornaam gedaagde 4] . This includes amount of outstanding loan, interest rate and monthly payment.
- The loan will be paid off monthly by the company. The money the company is spending every month will be covered by salary and management fee from [voornaam gedaagde 4] . If [voornaam gedaagde 4] can close the loan sooner and the company is not spending money on the loan anymore, [voornaam gedaagde 4] will receive his salary and Management fee.
- Management Fee is 3% of Bruto Marge (Gross margin).
- bespreekpunt: verantwoording [gedaagde 2] inzake de actuele situatie van [gedaagde 1] en [gedaagde 3] ;
- aandeelhoudersbesluit: stemming inzake het voorstel tot het verlenen van ontslag aan [gedaagde 2] zonder décharge als bestuurder van [gedaagde 1] ;
- aandeelhoudersbesluit: stemming inzake het voorstel tot het vaststellen van onbehoorlijk bestuur van [gedaagde 2] en [gedaagde 4] als bestuurder respectievelijk (feitelijk) bestuurder van [gedaagde 1] ;
- aandeelhoudersbesluit: stemming inzake het voorstel tot het benoemen van [persoon C] als zelfstandig bevoegde bestuurder van [gedaagde 1] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
instapfeevan € 200.000,- zou betalen, dat heeft zij nog steeds niet (volledig) gedaan. [eiseres 1] c.s. achten het van belang om [gedaagde 2] per omgaande te schorsen als bestuurder van [gedaagde 1] om zodoende verdere schade zoveel mogelijk te beperken. Zolang [gedaagde 2] bestuurder blijft, is er geen mogelijkheid om de tattoostudio te openen en open te houden, wat van belang is om omzet te genereren en de vaste lasten te kunnen voldoen. De werknemers hebben aangegeven niet met [gedaagde 4] te kunnen werken. [persoon C] is in staat om in ieder geval tot de AvA leiding te geven aan [gedaagde 1] en daarmee aan [gedaagde 3] .
instapfeevan € 200.000,- is overeengekomen, hebben [gedaagde 2] c.s. bestreden en vindt ook geen steun in de e-mail van 30 september 2023 van [gedaagde 4] (zie r.o. 2.3.) waarin is vermeld dat [gedaagde 4] het bedrag van € 200.000,- leent aan [gedaagde 1] . Verder twisten partijen over de vraag wat de rechtspositie is van het personeel dat afkomstig is van tattoostudio [gedaagde 3] (waarbij [persoon A] en [persoon B] waren betrokken), wat de situatie van de tattoostudio was waarop [gedaagde 4] het aantrof bij terugkeer van zijn vakantie, de toedracht van de diefstal van de kluis en de (mogelijke) rol van [persoon C] daarin en de wijze waarop [gedaagde 2] of [gedaagde 4] op dit moment zorgdraagt voor de tattooshop.
instapfeeheeft betaald. Op dat punt is echter een discussie gaande over de inbreng van [gedaagde 2] in de samenwerking, in hoeverre [gedaagde 2] heeft ingelegd en hoe die inleg moet worden geduid. Op deze wijze houden de aandeelhouders van [gedaagde 1] elkaar gegijzeld en in een patstelling.