ECLI:NL:RBROT:2024:5410

• Datum uitspraak: 12 juni 2024
• Publicatiedatum: 13 juni 2024
• Zaaknummer: C/10/679503 / KG ZA 24-470
• Instantie: Rechtbank Rotterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Verbintenissenrecht
• Procedures: Kort geding
• Rechters: P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van goederen in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E. Hoogenraad, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure begon met een dagvaarding op 29 mei 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 juni 2024, waarbij verstek tegen gedaagde werd verleend. Eiseres vorderde de teruggave van een werktablet, een laptop en huissleutels, met een dwangsom van € 500,00 per dag bij niet-nakoming. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft deze toegewezen. De goederen moeten binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis worden teruggegeven, met een beperking op de dwangsom tot maximaal € 1.000,00. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 980,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat. Het vonnis is uitgesproken op 12 juni 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/679503 / KG ZA 24-470

Vonnis in kort geding van 12 juni 2024

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te Maassluis,

eiseres,

advocaat mr. M.E. Hoogenraad te Maassluis,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te Rotterdam,

gedaagde,

niet verschenen.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

• de dagvaarding van 29 mei 2024, met 2 producties;
• de mondelinge behandeling op 7 juni 2024;
• het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De vordering

2.1.

Eiseres vordert – na ter zitting haar eis te hebben verminderd – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat gedaagde binnen twee werkdagen na dit vonnis de werktablet, de laptop en de huissleutels retourneert aan eiseres, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat gedaagde hiermee in gebreke blijft, althans een zodanige beslissing te nemen die de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren, kosten rechtens.

3. De beoordeling

3.1.

Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat ter zitting tegen gedaagde verstek is verleend.

3.2.

Het gebruik van “te bepalen dat” in een vordering heeft in beginsel een declaratoir karakter. De voorzieningenrechter begrijpt echter dat eiseres heeft bedoeld dat de man wordt veroordeeld om de gevraagde goederen te retourneren.

3.3.

Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen, waarbij ter voorkoming van executieproblemen de betreffende goederen in het dictum nader worden gespecificeerd, conform de op dat punt ter zitting getoonde bewijsstukken. Het teruggeven van de goederen kan op het adres van de advocaat van eiseres of bij eiseres zelf. Daarnaast wordt de gevorderde dwangsom beperkt en gemaximeerd.

3.4.

Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:

- griffierecht € 87,00

- salaris advocaat € 715,00

- nakosten
€ 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal € 980,00

4. De beslissing

De voorzieningenrechter:

4.1.

veroordeelt gedaagde om, binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis, de volgende goederen aan eiseres terug te geven:

• de (werk)tablet van het merk Samsung met serienummer [serienummer 1] ;
• de laptop van het merk Compaq, met serienummer [serienummer 2] ;
• en de huissleutels (voor de toegangsdeur van de flat, de schuur en de postbus);

4.2.

veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 50,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de in 4.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 1.000,00 is bereikt;

4.3.

veroordeelt gedaagde in de proceskosten van € 980,00; als het vonnis wordt betekend, moet gedaagde € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;

4.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

4.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.

2091 / 106