Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 mei 2024, met bijlagen;
- de brief van 31 mei 2024 namens Fivoor, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen namens Fivoor.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 juni 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een ex-werknemer, aangeduid als '[eiseres]', en haar voormalige werkgever, Fivoor B.V. De ex-werknemer vorderde onder andere een Ziektewet-uitkering en een voorschot op niet uitbetaalde verlofuren, alsook een voorschot op schadevergoeding wegens slecht werkgeverschap. De ex-werknemer was van 1 november 2022 tot 1 november 2023 in dienst bij Fivoor en had zich op 17 september 2023 ziekgemeld. Fivoor meldde haar echter per 27 september 2023 beter, wat door de ex-werknemer werd betwist. De kantonrechter oordeelde dat de ex-werknemer niet ontvankelijk was in haar vordering tot betaling van de Ziektewet-uitkering, omdat deze vordering onder het bestuursrecht valt en de ex-werknemer het UWV moest aanspreken. De overige vorderingen, waaronder die voor verlofuren en schadevergoeding, werden eveneens afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de ex-werknemer onvoldoende bewijs had geleverd voor haar claims en dat de proceskosten voor haar rekening kwamen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.