ECLI:NL:RBROT:2024:5661
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot beëindiging van de ISD-maatregel
Op 9 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die een ISD-maatregel ondergaat. Deze maatregel was eerder opgelegd op 20 juli 2022 voor de duur van twee jaren. De veroordeelde had op 25 mei 2023 een verzoek ingediend tot beëindiging van de ISD-maatregel, maar dit verzoek werd afgewezen. Op 19 februari 2024 werd een nieuw verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de maatregel. Tijdens de zitting op 9 april 2024 zijn de veroordeelde, zijn raadsman mr. R. van der Wal, en de officier van justitie mr. N.M. van Eck gehoord. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman de beëindiging ervan bepleitten. De rechtbank heeft de noodzaak van de ISD-maatregel beoordeeld aan de hand van de risico's voor de maatschappij en de voortgang van de resocialisatie van de veroordeelde. De rechtbank concludeerde dat de ISD-maatregel nog steeds noodzakelijk is, gezien het hoge recidiverisico en de problemen die de veroordeelde op verschillende leefgebieden ondervindt. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot beëindiging van de maatregel afgewezen en de voortzetting van de ISD-maatregel bevolen.