Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 september 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de e-mail van de gemachtigde van [gedaagde01] van 10 oktober 2023;
- de e-mail van de gemachtigde van [eiseres01] van 10 oktober 2023;
- de e-mail van de gemachtigde van [gedaagde01] van 6 januari 2024, met bijlage;
- de e-mail van de gemachtigde van [eiseres01] van 8 januari 2024, met bijlagen;
- de akte van [eiseres01] van 16 januari 2024.
2.De verdere beoordeling
Ter zitting is gebleken dat de specificatie die [eiseres01] in haar akte van diezelfde datum heeft opgenomen onvolledig is, nu daarin de betalingen van [gedaagde01] van 31 maart 2023 ontbreken. Die betalingen hebben betrekking op de huur over de maand april 2023. Na een herberekening ter zitting door de kantonrechter en partijen is geconstateerd dat nog slechts een bedrag van € 2,57 openstaat, berekend tot en met de maand januari 2024. Dit bedrag zal, nu [eiseres01] betaling van de achterstand heeft gevorderd en die vordering niet is ingetrokken, worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 juni 2022, zoals gevorderd.