Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding 15 mei 2024, met producties 1-7;
- de aanvullende producties van [eiser 1] c.s.;
- de producties 1-6 van [gedaagde] ;
- de pleitnota van mr. Wolthuis;
- de zittingsaantekeningen van mr. Richel.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het executiegeschil in het algemeen
“Nog los van het feit dat daar geenszins (uit) volgt dat het perceel anders voor EUR 1.475.000 zou zijn verkocht, is het zeer onwaarschijnlijk dat deze brief daadwerkelijk op 2 juni 2023 is opgemaakt en verstuurd. [persoon A] kon simpelweg niet weten dat partijen in een juridische procedure verwikkeld waren. (…) [gedaagde] wist zelf niet eens dat er beslag was gelegd.”
1.107,00