ECLI:NL:RBROT:2024:596

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
C/10/672315 / KG ZA 24-56
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over medewerking aan asbestinventarisatie en compensatie proceskosten

Op 23 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Samenwerking Vlaardingen en [gedaagde01]. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.A.M. Jaspers, vorderde de medewerking van [gedaagde01] aan werkzaamheden in de woning, waaronder een asbestinventarisatie die gepland stond op 24 januari 2024. Eiseres stelde dat het van groot belang was dat de werkzaamheden conform de planning konden worden uitgevoerd, omdat vertraging in het project zou optreden als één bewoner niet meewerkte. Tijdens de zitting verklaarde [gedaagde01] echter onvoorwaardelijk te zullen meewerken aan de asbestinventarisatie en de overige werkzaamheden. Hierdoor had Samenwerking Vlaardingen geen belang meer bij de toewijzing van haar vorderingen.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Samenwerking Vlaardingen afgewezen en geoordeeld dat de kosten van de procedure tussen partijen gecompenseerd worden, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt. De rechter oordeelde dat, hoewel Samenwerking Vlaardingen een kort geding had aangespannen, het niet onbegrijpelijk was gezien de omstandigheden. De uitspraak is gedaan door mr. C. Bouwman en openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/672315 / KG ZA 24-56
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op grond van artikel 29a Rv van 23 januari 2024
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING SAMENWERKING VLAARDINGEN,
gevestigd te Vlaardingen,
eiseres,
advocaat mr. K.A.M. Jaspers te Rotterdam,
tegen

[gedaagde01] ,

wonende te Vlaardingen,
gedaagde,
gemachtigde: [naam01] .
Partijen zullen hierna Samenwerking Vlaardingen en [gedaagde01] genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. C. Bouwman, voorzieningenrechter, en mr. L.S. van Westen, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
  • [naam02] , sociaal projectleider bij Samenwerking Vlaardingen;
  • mr. Jaspers, voornoemd;
  • [gedaagde01] ;
  • [naam01] , jurist.
De rechter gaat over tot de mondelinge behandeling.
De zaak is met partijen besproken. Na afronding van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter op de voet van artikel 29a Rv in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1. De gronden van de beslissing

1.1.
Samenwerking Vlaardingen verhuurt een woning aan [gedaagde01] (hierna: de woning). Samenwerking Vlaardingen wil – als onderdeel van een omvangrijk project waarin onderhoud en verduurzaming van vier woongebouwen wordt uitgevoerd – werkzaamheden uitvoeren in de woning, inclusief een vooraf uit te voeren asbestinventarisatie. De asbestinventarisatie in de woning is gepland op 24 januari 2024 om 12.00 uur. Volgens Samenwerking Vlaardingen is het onzeker of [gedaagde01] hieraan zijn medewerking zal verlenen, omdat hij afspraken regelmatig zou afzeggen, er soms moeilijk contact met hem zou zijn te krijgen en hij opeens allerlei aanvullende eisen aan het verlenen van zijn medewerking zou stellen.
1.2.
Samenwerking Vlaardingen stelt dat het van groot belang is dat de werkzaamheden conform de planning kunnen worden uitgevoerd, omdat als één bewoner niet meewerkt de werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd en het hele project vertraging oploopt. Door middel van dit kort geding wil Samenwerking Vlaardingen de medewerking van [gedaagde01] aan de werkzaamheden, waaronder de asbestinventarisatie op 24 januari 2024, (kunnen) afdwingen.
1.3.
De vorderingen van Samenwerking Vlaardingen worden afgewezen. Ter zitting heeft [gedaagde01] desgevraagd verklaard dat hij onvoorwaardelijk zal meewerken aan de asbestinventarisatie en de overige werkzaamheden. Dat betekent dat Samenwerking Vlaardingen thans geen belang meer heeft bij toewijzing van haar vorderingen. Er is mede gelet op de inhoud van de overgelegde stukken geen reden om aan te nemen dat [gedaagde01] de nu uitdrukkelijk gedane toezegging niet zal nakomen.
Proceskosten
1.4.
[gedaagde01] heeft aangevoerd dat hij alle afspraken met Samenwerking Vlaardingen in het voortraject van de uit te voeren werkzaamheden correct is nagekomen en dat er geen reden was om aan te nemen dat hij zijn medewerking aan de werkzaamheden zou onthouden. Hij stelt dat sprake is van een voorbarige actie van Samenwerking Vlaardingen, waardoor hij onnodig op kosten is gejaagd en vordert daarom veroordeling van Samenwerking Vlaardingen in de werkelijke proceskosten van [gedaagde01] .
1.5.
De voorzieningenrechter acht het, gelet op de door partijen overgelegde correspondentie, niet onbegrijpelijk dat Samenwerking Vlaardingen een kort geding procedure is aangevangen tegen [gedaagde01] . Uit de stukken blijkt niet, ook niet uit productie 9 van [gedaagde01] , dat hij voor deze zitting voldoende duidelijk heeft toegezegd onvoorwaardelijk medewerking te zullen verlenen aan de werkzaamheden. Dit brengt de voorzieningenrechter tot de beslissing dat de kosten tussen partijen zullen worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt.
2. De beslissing
De voorzieningenrechter
2.1.
wijst de vorderingen af,
2.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman. Het is in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2024.
Waarvan proces-verbaal,